Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

19 april 2012


Dick van Zijderveld
Thierry Deleu - Liefde en dood op Sint-André
Laatste deel door ander geschreven in aangrijpende roman
Een wat oudere man wordt in de steek gelaten door zijn echtgenote. Tegen verwachting, maar zoals hij bleef hopen, komt zij weer bij hem terug, waarna zij een aantal gelukkige jaren doormaken. Een eenvoudig thema, reeds tienduizenden keren beschreven. Toch weet de Vlaamse schrijver, dichter en essayist Thierry Deleu er een beklemmende roman over te schrijven. Hij stelt onontkoombare vragen over ouder worden, liefde en werk, leven en dood. Deleu heeft deze roman in de vorm gegoten van een autobiografie. Zelf spreekt hij van een ’fictieautobiografie’.
Hoewel het al zo’n twee jaar geleden is dat zijn vrouw met een nieuwe collega naar Zuid-Afrika afreisde, is Dirk allesbehalve over het verlies heen. Het lukt hem niet om een nieuw zelfstandig en evenwichtig leven op te bouwen. Zijn vrouw is zijn grote liefde; die liefde voor haar blijft ongebroken.
Langzamerhand raakt Dirk zijn vrienden kwijt; zijn vrouw blijkt een groot aandeel te hebben gehad in het onderhouden van de contacten. Hij heeft ook weinig behoefte aan contact; tegelijk verwijt hij ze weg te blijven. Een groot deel van zijn tijd besteedt hij aan het schrijven van brieven aan zijn vrouw. Die vormen het eerste deel van het boek. Deze brieven kan hij niet verzenden; haar adres weet hij niet. Hij kan dus weinig anders doen dan de brieven bewaren – voor als ze ooit terugkeert.
In deze brieven schrijft hij over zijn versleurde en leeg geworden dagelijks leven en betuigt hij zijn liefde aan haar. Voortdurend is hij bevangen door twijfel of hij wel genoeg heeft ’geïnvesteerd’ in hun relatie, is hij niet te egocentrisch geweest, heeft hij genoeg oog gehad voor haar behoeften? In de brieven kijkt Dirk terug op zijn verleden, zijn eerste huwelijk, zijn carrière tot dan toe, hij relativeert veel, en besluit dat zijn Marie de grote liefde van zijn leven is. Ondertussen lijkt hij ook te groeien, al contemplerend krijgt hij meer inzicht in zijn eigen leven, en weet hij bepaalde voorvallen beter te relativeren. Opvallend is dat de hoofdpersoon ’pas’ begin zestig is, denkt en redeneert als een oude man, die het einde van zijn leven binnen afzienbare tijd verwacht. In feite balanceert de hoofdpersoon in het eerste deel voortdurend op de rand van een depressie.
Het tweede deel van het boek wordt door de hoofdpersoon verteld. Daarin – schijnbaar tegen alle regels van de moderne roman in – komt Marie terug. De relatie met de man met wie zij was weggegaan is een afknapper geworden; ze ontdekte dat ook voor haar de relatie met Dirk de liefde van haar leven is. Hun relatie wordt opener. Zij brengen een heel gelukkige tijd door samen.
Toch voel je bij al dit geluk de nadering, heel langzaam, van dreigend onheil. Dat onheil komt, maar op een wijze die uiteindelijk volkomen onverwacht is. Het leidt ertoe dat de hoofdpersoon deel III niet meer schrijft.
Liefde en dood op Sint-André is een aangrijpend boek. Het confronteert de lezer onontkoombaar met de vragen van leven en dood, en de treurigheid van gemiste kansen. Door het gewone, dagelijkse taalgebruik, voor een lezer van boven de grote rivieren nog versterkt door het Vlaamse idioom, en de vaak in ’close-up’ beschreven dagelijkse kleine gebeurtenisen, zoals het boodschappen doen, het bezoek van iemand, een gewonde vogel die weer opknapt, komen de overpeinzingen en overwegingen des te confronterender aan.
Als de postbode de deur uit is, scheur ik driftig plastic verpakkingen, brieven, folders open. Ik zoek naar een spoor, een teken van jou, een brief aan jou gericht, een brief van jou aan mij gericht… Elke ochtend, elke dag en op zaterdag slaap ik lang uit. (blz. 85)
Herinner je je nog die namiddag, toen het ineens begon te pletsen en wij gingen schuilen in een schuur? We waren onderweg van Wulpen naar huis.
”Hoe doe je dat, geloven?” vroeg je mij.
Ik zei: ”Je doet het niet, het overkomt je. Je hebt het in jou, maar soms is een mens te trots om het toe te geven. Laat je gaan en wat moet komen komt.”
Je leek mij verward en onzeker.
 (blz. 115)
Het boek laat de lezer nadenken over zijn eigen leven. Het doet beseffen hoe gemakkelijk de moderne bezige mens zijn relaties en liefdes als vanzelfsprekend ervaart, en vergeet ze te onderhouden. En hoewel de toon vrijwel steeds melancholiek is, de hoofdpersoon zich steeds ouder lijkt te voelen dan hij is, is het geen treurig boek. Eigenlijk is het een vitale, levenslustige ode aan het leven, een oproep om zijn leven intense te beleven.
Geen licht boek, maar wel een aanrader!
Thierry Deleu, Liefde en dood op Sint-André
Gent, Razor’s Edge Editions, 2009
www.knightsrazor.be

Geen opmerkingen: