Gelegenheidsdichter
Op één punt benader ik al de grote Guido Gezelle: als
gelegenheidsdichter.
Recent schreef ik gedichten bij een zelfdoding, bij een
tentoonstelling en bij een zestigste verjaardag. De bestemmelingen waren telkens ontroerd en zeer
dankbaar.
Dat doet deugd: je krijgt als dichter het gevoel dat je
een maatschappelijke functie hebt.
Waarom spreek ik nu van Gezelle? Wel, hij blijft
onovertroffen vanwege zijn muzikaliteit en zijn beste gedichten zijn transparant
zonder oppervlakkig te worden.
Onlangs ontving ik een mailtje van iemand met een
universitair diploma en zij kloeg erover dat zij maar
de helft van mijn gedichten begrijpt. Als dat waar is, dan klopt er volgens mij
iets niet: ofwel schrijf ik nog altijd te duister, ofwel heeft zij te weinig
moeite gedaan.
Want dit laatste zal blijven: een dichter doet moeite om
een gedicht te schrijven en neemt daar de nodige tijd voor, hij mag dan ook
verwachten dat zijn lezers enige moeite doen en het gedicht meer dan één keer
lezen. Een gedicht is geen krantenbericht: het onmiddellijke begrijpen van alle
aspecten van het gedicht kan onmogelijk een doelstelling zijn. Er moet ruimte
overblijven voor het raadsel, voor de suggestie en de
symboliek.
Ik geloof dat het poëzieonderwijs in onze middelbare
scholen te wensen overlaat en daar zie ik maar één verklaring voor: een gebrek
aan enthousiasme en deskundigheid bij de leerkrachten. Wie van de poëzie houdt,
die zal zijn/haar leerlingen de nodige ‘tools’ kunnen
bijbrengen om door te dringen in het mysterie van de dichtkunst. En dat kan best
plezant zijn als men maar de juiste keuzes maakt en
zijn/haar verbeelding laat werken.
Concreet voorbeeld is Paul van Ostaijen die heel wat heeft geschreven waar plezier aan te
beleven valt. Bijvoorbeeld: van zijn Opdracht aan mijnheer Zoënzo kan je een theaterstukje maken met komische stemmen.
En bij het moeilijke Heul van Gerrit
Achterberg kan je de leerlingen laten luisteren naar Shelter from the storm van Bob Dylan: de thematiek
is identiek dezelfde en van de woorden
‘shelter’ en ‘storm’ vind je verscheidene synoniemen in het
gedicht.
Kortom, als poëzie niet wordt begrepen dan kan het aan
de dichter liggen die zich al te hermetisch heeft uitgedrukt, maar in de meeste
gevallen ligt het probleem elders: in het bijzonder in
ons onderwijs. En, het spijt me dat ik het moet zeggen,
ook bij de lezer die een beetje te gemakzuchtig is.
De Haan 5 maart 2012
Staf De Wilde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten