DE VOORSTELLING VAN HET
TWEEDE JAARBOEK VAN HET VLAAMS-NEDERLANDS
DICHTERSGENOOTSCHAP
“De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee”
was een groot succes:
een zestigtal aanwezigen zowel op de voorstelling in
de kok-pit van het gemeentehuis van Koksijde als in Hotelschool Ter Duinen
Koksijde.
In de raadzaal
van het gemeentehuis van Koksijde, vond op woensdag 7 december, om 16.30 u, de
voorstelling plaats van het tweede jaarboek van het Vlaams-Nederlands
dichtersgenootschap “De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee”
Na de verwelkoming
door Schepen Herwig Vollon, werden gedichten uit het jaarboek voorgedragen door
Ilse Chamon, woordkunstenares.
Daarna hield
Thierry Deleu een kort referaat dat een pleidooi werd tegen de discriminatie
van de auteur.
Het eerste
exemplaar werd door de voorzitter overhandigd aan de Schepen, in het bijzijn
van cultureel ambassadeur van de gemeente Koksijde, Fernand Florizoone, waarna
een druk bijgewoonde receptie plaatsvond.
De meeste dichters
gingen ook tafelen in Hotelschool Ter Duinen.
Waren onder andere
aanwezig: de dichters/schrijvers Nicole Van Overstraeten, Gwen Deprez, Frans
Vlinderman, Gerda Galicia, Jozef Vandromme, Monique Verplancke, Peter le Nobel
(N), Patricia De Landtsheer, Lieve Devijver, Luc C. Martens, Staf De Wilde,
Edith Oeyen, Patricia Lasoen, Fernand Florizoone, Hervé J. Casier, Egied
Steylaerts, Ruud Poppelaars (N), Katelijn Vijncke, Viviane Burssens, Jenny
Dejager, Thierry Deleu, Jan Huyghe, Tine Hertmans, Martin Carrette en Marc
Bungeneers.
Ook de pers was
aanwezig, journalisten en persfotografen van “Het Nieuwsblad”, “Het Laatste
Nieuws”, “Het Wekelijks Nieuws”, “Info Houtland”, “Tij-dingen”.
Een fragment
uit de toespraak van voorzitter Thierry Deleu:
Is er een malaise
in de literaire wereld? Een moeilijk te beantwoorden vraag. Het antwoord hangt
af van wie je bent, wat je wilt en wat jouw plaats is in het geheel.
Ik bedoel: schrijf
je kookboeken of reisverhalen? Dan is er geen malaise. Juist!
Indien er een
malaise is, - en ik vermoed het sterk, - durf ik nogmaals stellen dat
vooral de overheid verantwoordelijk is.
Niet het
distributiesysteem in se stel ik in vraag, maar wel de afwezigheid in deze
rotatie van debutanten en auteurs die geen “gevestigde” uitgeverij vinden of
die niet bij een “commerciële” uitgever wensen te publiceren. Dit vast te
stellen is discriminerend.
Uitgevers voelen
zich bedreigd door de overschotten, door de terugval van het aantal lezers (hun
klanten), door de concurrentie op het Internet en vragen een verhoging van de
overheidssteun. Indien hun analyse de juiste zou zijn, dan is hun diagnose
zeker fout.
Ik bied een
oplossing aan, met name: het “Plan Boek”. Het “Plan Boek” vertrekt vanuit drie prioriteiten.
Primo: een
collegiale en transparante procedure tot aankoop van boeken, en/of subsidiëring
van de auteur, secundo: een overheidscommissie die de ingestuurde boeken
beoordeelt en afhankelijk van dit oordeel een aantal boeken aankoopt en/of de
auteur bijkomende steun verleent, tertio: de creatie van een label van
“Onafhankelijke Auteurs” (dit kunnen debutanten zijn, maar zeker degenen die in
eigen beheer, in welke vorm ook, uitgeven).
Deze drie
prioriteiten kunnen enkel efficiënt werken mits het aanwenden van drie
werktuigen.
Eén: de
samenwerking (juister: de inspanningsverplichting)) tussen overheid, uitgevers,
auteurs en bibliotheken.
Twéé: de coöptatie
van auteurs in alle overheidscommissies die (ook) boekenbevoegdheid hebben; alle
auteurs betekent hier: gekazerneerde én dakloze auteurs.
Drie: een
overheidsdistributiesysteem voor de uitvoering van prioriteit twee.
Het resultaat van
“Plan Boek” moet leiden tot een aangenaam retrogevoel:
de jaren ’70, toen
boeken werden aangekocht van de meeste auteurs en verdeeld over scholen en
bibliotheken.
Wat is de positie
van de uitgever in dit voorstel? Nergens. Logisch toch! De uitgever hoort thuis
bij de commerciële ondernemers. Overheidssteun aan bedrijven hoort niet thuis
in dit pleidooi voor gelijkwaardigheid.
Daarom stel ik
meteen ook voor om een nieuw decreet te schrijven ter vervanging van het
decreet van 30 maart 1999 houdende de oprichting van een Vlaams Fonds voor de
Letteren.
In dit nieuw
decreet moet de rol van elke overheidscommissie, die boeken onder haar
bevoegdheid heeft, worden beschreven waarbij de auteur op de eerste plaats
komt.
Ik besef dat
criteria aanleggen waarmee de aankoop van boeken en de steun aan de auteur
worden gemeten heel moeilijk is. Geen enkel meetinstrument kan honderd percent
objectiviteit of beoordelingscorrectheid garanderen. Daarom opteer ik om de lat
niet te hoog te leggen en de marge breed te houden.
Een officiële
recensiedienst zou in het leven moeten worden geroepen die korte
recensieberichtjes doorstuurt en/of doormailt naar alle bibliotheken.
Die werkwijze werd
tot voor enkele jaren toegepast in Nederland.
Deze dienst zou
ook kunnen zorgen voor de informatie naar de boekhandel die daardoor niet
alleen wordt gestuurd vanuit de uitgeverijen, maar ook geïnformeerd wordt over
de publicaties die het label “Onafhankelijke Auteurs” dragen.
Ik besef dat er
nooit zekerheid zal bestaan over het onthaal van een boek bij de lezer. Dat is
ook afhankelijk van de stijl, de impact van het onderwerp op de lezer, van de publiciteit,
van de kritiek, de vakpers.
De dominantie van
de “gevestigde” uitgeverijen wordt met het nieuwe decreet en het “Plan Boek” in
de kiem gesmoord.
De overheid moet
niet de uitgever financieel helpen, maar de individuele auteur.
Bovendien is de prijs
van de boeken geen zaak van de overheid. Dat is de taak van de commerciële
uitgever. Hij bepaalt de prijs en zodoende ook de winst. In slechte tijden,
wanneer zijn winst vermindert of niet meer vergroot, moet hij zich bezinnen
over zijn winstmarge, de productiekosten, distributiekosten, het aantal titels.
Hij moet overleg plegen met de boekhandel, zijn rechtstreekse afnemer. Indien
hij minder winst maakt, moet hij dit verlies niet verhalen op de subsidiërende
overheid. De uitgever drijft handel in ideeën en het brengt hem winst op. Ook
hij moet een strategie ontwikkelen om zijn producten aan de man te brengen. Dit
is een puur economische realiteit.
De bibliothecaris
is niet langer (ongewild) de handlanger van de uitgever en de boekhandel, maar
hij treedt, in overleg met de gemeentelijke overheid, ongebonden op. Dat kan
hij door beide kanalen van informatie te raadplegen, die van de uitgever en die
van de overheid.
De uitgever biedt
zijn boeken aan via publiciteit, de overheid stuurt via haar recensiedienst
info naar de openbare bibliotheken.
Ik wil een oproep
doen tot de media om meer aandacht te besteden aan het boek, aan de auteur, aan
de literatuur in het algemeen. Deze fel verminderde interesse is bovendien mede
oorzaak van de malaise in onze literaire wereld.
Ik behoor tot de
generatie die als jonge auteur 1968 heeft beleefd en hoopvol gestemd was om de
verbeelding de macht te gunnen die haar toekwam.
Na ’68 vond de
gevestigde macht echter het prefix neo uit. Dat betekende dat in de
boekenwereld de uitgever zijn macht behield, maar nu met groeiende overheidssteun.
En bizarre interpretatie van “sociale markt”.
“De 50
Meester-dichters van de Lage Landen bij de zee” is een Nederlands-Vlaams
dichtersgenootschap dat onder andere om die reden en vanuit deze bezorgdheid in
het leven werd geroepen. Een “Meester-dichter” is iemand die uit bescheidenheid
het woord nooit zelf in de mond neemt. Hij of zij beschouwt zichzelf veeleer
als de “allerbeste tweederangsdichter”. Het initiatief is een pleidooi voor tweederangsdichters,
niet omdat zij geen mooie poëzie schrijven, wel omdat ze te weinig aandacht
krijgen.
Het tweede jaarboek wordt op de markt gebracht door Razor’s Edge Edition
Gent.
Een derde aanpassing van “De 50 Meesterdichters” komt er aan voor de periode
2011-2013. Alleen bij overlijden, ontslag of klacht wordt een naam geschrapt en
door een andere “Meesterdichter” vervangen.
Alle “Meesterdichters” moeten een goede reputatie hebben als mens en als
dichter. Zij zijn de toekomst van het poëtisch patrimonium van de Lage Landen
bij de zee.
Voorzitter Thierry
Deleu is te bereiken op 058/514120 of 0475/811763
Of via thierry.deleu2@telenet.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten