Gezelle
inkedevinke den
appelboom
zo zong Gezelle van blijdschap
en jij bent een bromtol van
gramschap
en worstelt met een droom van
falen
weer bleef je in gebreke
in de lokalen van een school
de baas wou je spreken
en jij bleef op de dool
door gangen zonder einde
het gebouw was vreemd
en toch bekend: beelden
die zich nog nachten
zullen herhalen
en waar je nooit aan went
zing dan liever als Gezelle
van vinken in een appelboom
en laat het vrolijk zijn
meer hoef je niet te vertellen
dan een klinkgedicht, een
klankfestijn
timpe tompe terelink
ook Gezelle was een vreemdeling
maar hij zong van timpe tompe
zoals een kind een trouwjurk
maakt
van weggegooide lompen
Staf De Wilde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten