DE HERINNERING
Door de lange gang van haar witte ogen
loopt de maan schoorvoetend tegen de tijd aan.
De vrouw zoekt tussen verloren voorwerpen
zichzelf: poppen, pruiken, strikken, streken
van kwajongens en de maan lacht door het nauwe
dakvenster van haar witte ogen haar tong
halfstok naar de vermoeide straat. Nergens vroeg
zij bijkomende kosten, maar aaiende
vingers, mannen met vertrouwde gebaren,
kraambedden onder nieuwsgierige blikken,
denkt de dichter: zij was niemand en iedereen was
met haar vertrouwd. Achter de schermen van haar
groene ogen hangt hij zijn droom in trage
teugen aan de drank, de huisdieren, de straat,
die hem zonder hoed nauwelijks nog groet.
Thierry
Deleu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten