geraniums
de geraniums van thuis
hoe poezelig hun bladeren
als de ronde wangen
van een opoe in een boek
van een oude schrijver
ze stonden bij het bubbelglas
van de lange veranda
waar we aten des zomers
bloedrode bloemen en bleekroze
zacht van toon als de avondzon
we zagen er vliegjes paren
en zoemend doodgaan
als de dag begon
het waren de bloemen
van moeder, haar kleurgevoel
en humeur: een murwe root
van tonen van kookfornuis
tot achterdeur
hoe droevig bleven ze bloeien
als vermoeide oude dames
toen haar gezicht geleek
op een bloem van was
in de donkere kamer daarneven
poezelig als een opoe
begroetten zij ons jonge leven
in die dagen van zwijgende rouw
het bubbelglas beslagen
van een bijtende kou
Staf De Wilde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten