Foto Dirk van Hove
DE BOOM
De boom is
wijs,
kan in de
kamers kijken
maar hij zwijgt,
maar hij zwijgt,
de boom is
heilig,
hij mag in de
hemel turen
en verkondigt de vier seizoenen,
de boom is als grootvader,
hij verwelkomt
met wijdopen armen
en verkondigt de vier seizoenen,
de boom is als grootvader,
hij verwelkomt
met wijdopen armen
DE REGEL
voor Caroline en Frederik
Het staat
geschreven
in de regel van de hof van Eden
in de regel van de hof van Eden
waarom de vonk
er is,
waarom de
liefdesroep,
zij dronken
samen
uit het
morgenrood,
zeewijd zoenden zij
de grenzen weg.
HET HUIS
Voor wie dit huis
het dak van behoud,
Voor wie dit huis
het dak van behoud,
de muren van
samen
eens wij
overeinder zijn?
Anderen zullen wonen,
Anderen zullen wonen,
aan tafel, in
bed,
de symbolen
van bestaan herhalen.
Wij zullen dood zijn,
Wij zullen dood zijn,
zal één woord
uit ons verblijf overblijven?
uit ons verblijf overblijven?
Wij bouwden
dit huis
in het voorbijgaan.
in het voorbijgaan.
MAART
Het water
nog waterkoud
en schuchter
Het water
nog waterkoud
en schuchter
wat nog rest
aan ijs
geeft zich over
geeft zich over
21 maart
strijkt nacht
en dag
in waterpas
een vis
blaast bellen babbelwater
naar zijn spiegelbeeld.
in waterpas
een vis
blaast bellen babbelwater
naar zijn spiegelbeeld.
IN EEN
DAUWDRUPPEL
In een dauwdruppel
hangt het heelal
aan een grasspriet,
in een kind
klopt de hartslag
van een vader en een moeder,
in de ademtocht van de liefde
ademt de Adem
oeverloos.
In een dauwdruppel
hangt het heelal
aan een grasspriet,
in een kind
klopt de hartslag
van een vader en een moeder,
in de ademtocht van de liefde
ademt de Adem
oeverloos.
DE SNEEUW IN
ONS
Het had in ons gesneeuwd,
wij hadden
witte handen,
onze adem en gedachten waren wit,
de daken droegen witte capes
onze adem en gedachten waren wit,
de daken droegen witte capes
en de velden
huiden van witte beren.
Er zong een lied in ons,
Er zong een lied in ons,
een gamma
witte noten
op een besneeuwde notenbalk,
op een besneeuwde notenbalk,
een sneeuwlied
van witte wijdheid.
Er klonk een
zielslied in ons,
wij herkenden witte stemmen
wij herkenden witte stemmen
in ieder van
ons,
alle meervouden werden één
in witte verbondenheid.
alle meervouden werden één
in witte verbondenheid.
MOEDER
Onder uw hart mijn tocht begon,
'k ontwaakte in uw moederoog
als aan een klare diepe bron,
gij liet mij spelen met de dagen,
gij waart het antwoord op mijn vragen,
gij bleef in mij dit wonder kloppen
waaraan eertijds mijn tocht begon.
Onder uw hart mijn tocht begon,
'k ontwaakte in uw moederoog
als aan een klare diepe bron,
gij liet mij spelen met de dagen,
gij waart het antwoord op mijn vragen,
gij bleef in mij dit wonder kloppen
waaraan eertijds mijn tocht begon.
DECEMBER
In het gras
trekt een merel
een pier uit december
terwijl de wereld
doorgaat
met leven en sterven.
In het gras
trekt een merel
een pier uit december
terwijl de wereld
doorgaat
met leven en sterven.
KWAADSPREKERIJ
Nijd
spint een kwade draad
in het kleed van de bruid
wrok jaloersheid,
zaait netels
tussen de rozen van de dauw
de bodemloze mond
besmeurt het brood
dat onder zusters en broeders
Nijd
spint een kwade draad
in het kleed van de bruid
wrok jaloersheid,
zaait netels
tussen de rozen van de dauw
de bodemloze mond
besmeurt het brood
dat onder zusters en broeders
wordt
gebroken.
MENSEN
Als raadsels
zijn zij de wervels van de tijd
mensen
van voorlopigheid
schakel aan schakel
beklimmen zij
de eindtijd aarde
op weg naar de morgensterren.
Als raadsels
zijn zij de wervels van de tijd
mensen
van voorlopigheid
schakel aan schakel
beklimmen zij
de eindtijd aarde
op weg naar de morgensterren.
VOGELS
Ganzen
schrijven een V
in het morgenrood
met windgespreide vleugels
laat de aalscholver letters lezen
die leken van 't Langelis en licht.
Ondertussen
op een draad van mijn gedicht
twaalf mussen
zomaar gezellen van geluk.
Op een draad van lang geleden
een geelgors
bootst mijn heimwee na.
Vogels nodigen me uit
tot medevleugels
om me te verliezen
in het heelal van mijn geboorte.
Ganzen
schrijven een V
in het morgenrood
met windgespreide vleugels
laat de aalscholver letters lezen
die leken van 't Langelis en licht.
Ondertussen
op een draad van mijn gedicht
twaalf mussen
zomaar gezellen van geluk.
Op een draad van lang geleden
een geelgors
bootst mijn heimwee na.
Vogels nodigen me uit
tot medevleugels
om me te verliezen
in het heelal van mijn geboorte.
ONTMOETING
Bij een schilderij van Bert Verstraete (Hoge Blekker)
In een land van waas
kan men hem ontmoeten
met de grisailles van zijn baard
maanweiden en mistmelk
hebben zijn stap gedreven
naar bewoonbaarheid van gedachten
in nevels heeft hij
stenen eenzaamheid gemetseld
tot een stad van waas
een dakpan rood
een voetstap wit
zijn hem onderweg ontvallen
eenheid zoekend met aarde en leven
ontmoet hij zichzelf
zijn eenzaam adagio.
Bij een schilderij van Bert Verstraete (Hoge Blekker)
In een land van waas
kan men hem ontmoeten
met de grisailles van zijn baard
maanweiden en mistmelk
hebben zijn stap gedreven
naar bewoonbaarheid van gedachten
in nevels heeft hij
stenen eenzaamheid gemetseld
tot een stad van waas
een dakpan rood
een voetstap wit
zijn hem onderweg ontvallen
eenheid zoekend met aarde en leven
ontmoet hij zichzelf
zijn eenzaam adagio.
WIELRENNERS
Een regenboog ruggen
een karavaan haast
af en toe een drinkbus
en een elleboog
omhoog
baan en banden
sissen en snelverhaal
een locomotief op benen.
Paard en koeien grazen voort.
Op het caféterras
bierstemmen wegen de mee,
ook de burgemeester drinkt een pint mee.
Op de trappers van de tijd
de renners razen voort.
Een regenboog ruggen
een karavaan haast
af en toe een drinkbus
en een elleboog
omhoog
baan en banden
sissen en snelverhaal
een locomotief op benen.
Paard en koeien grazen voort.
Op het caféterras
bierstemmen wegen de mee,
ook de burgemeester drinkt een pint mee.
Op de trappers van de tijd
de renners razen voort.
HAAR STEM
voor Julie van de maancirkel (Julie Goderis)
Haar stem
een klank van weiden
en van blauw water de viool
zij waadt
door rietvelden van gedichten.
Eens stokte haar stap
op een stilte van ademloos
bij het dageraadsel
van de omgekomen dichter
sindsdien danst zij vaak
op maancirkels
om de weemoed van de aarde.
de renners razen voort.
TERUGKEER
Terug naar huis
waar winter
moeder is,
de nacht toegedekt
de morgen
opgewekt
huis
met kamers hebbedingen
terugkeer
voelt de zoom
van wonen aan.
KIND
Het speelt de dromen van winterkoninkjes,
raapt manna in de tuin,
het loopt zijn nieuwsgierigheid achterna
om de voeten van de zon te zien
en de slaapmuts van de maan,
dit kind van tasten
onaangetast
als een antenne
boven de crisis der volwassenen.
voor Julie van de maancirkel (Julie Goderis)
Haar stem
een klank van weiden
en van blauw water de viool
zij waadt
door rietvelden van gedichten.
Eens stokte haar stap
op een stilte van ademloos
bij het dageraadsel
van de omgekomen dichter
sindsdien danst zij vaak
op maancirkels
om de weemoed van de aarde.
de renners razen voort.
TERUGKEER
Terug naar huis
waar winter
moeder is,
de nacht toegedekt
de morgen
opgewekt
huis
met kamers hebbedingen
terugkeer
voelt de zoom
van wonen aan.
KIND
Het speelt de dromen van winterkoninkjes,
raapt manna in de tuin,
het loopt zijn nieuwsgierigheid achterna
om de voeten van de zon te zien
en de slaapmuts van de maan,
dit kind van tasten
onaangetast
als een antenne
boven de crisis der volwassenen.
GELUK UIT WIND
De knaap met een vlindernet
slaat geluk uit wind,
een wouwaapje vlecht zijn raadsel
in het riet,
de grote vakantie
zomert in libellen en barbecue,
vanwaar haalt sneeuw haar wit
en liefdesnacht haar hemelbed?
Waarom kan tijd
soms tijdloos lopen?
De knaap met een vlindernet
slaat geluk uit wind,
een wouwaapje vlecht zijn raadsel
in het riet,
de grote vakantie
zomert in libellen en barbecue,
vanwaar haalt sneeuw haar wit
en liefdesnacht haar hemelbed?
Waarom kan tijd
soms tijdloos lopen?
Fernand Florizoone
Geen opmerkingen:
Een reactie posten