erfzonde
er komt toch
een dag dat men niet langer
verloochent: dit is
vlees van mijn vlees,
been van mijn
gebeente
die dag was
zomers en jij stond op het koertje
met blonde
krullen en hemelsblauwe
pofmouwen met
beestjes op je borst
je vader
versteende en als een steen
werd
hij geslingerd door de weerbarstige
tijd: hij
speelde in een wegel waar het donker
huis stond van
zijn meter, een lieve vrouw
wie kan
ontkennen met verzwegen
woorden wat zijn
ogen wordt ingewreven
als een
schurend zout?
er was iets
fout in de genen en nooit
zou je lezen
wat je vader schreef:
het moest jou
worden voorgezegd
en je
schaterde om zijn dwaze kwatrijn
een naschijn
van die dag is gebleven
al wordt het
steeds vager wie nu
op wie
gelijkt: wie een gebaar is
begonnen en wie het
nabootst
zoals de bergen
een stem
want als een
berg moet je staan
onder een regen
van stenen
na een aantal
jaren: wie is nog
vader en wie
werd reeds zoon?
een grote
dichter heeft geschreven:
een vader
wordt uit zijn zoon geboren,
zoals zaden
komen uit een
tussenfase
van het zaad
en niet het zaad is de moeite,
het mooiste is
wat tussenin bestaat
Staf De Wilde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten