Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

9 augustus 2011

GASTDICHTER: FRANCIS CROMPHOUT





Francis Cromphout was werkzaam in het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Universiteit Gent. Hij was ook journalist, vooral voor het weekblad Knack. Hij publiceerde in de jaren zeventig de gedichtenbundels Zoölogie, Wandeling en Als een pas vernielde stad en publiceerde in allerlei literaire tijdschriften, onder meer: Restant, Koebel, Kruispunt-Summier, Yang, Nieuw Vlaams Tijdschrift en Pöëziekrant. 
Als saxofonist was hij actief in het Freejazzmilieu en speelde in het Universitair Jazzcombo, de Wim Big-band en De fanfare van de Lochte Genteneers van Walter De Buck.
In de jaren tachtig, met zijn jazzgroep ”Friends” speelde hij o.a. op het Jazzfestival van Middelheim. Met de Cajun en Zydecoband ”Cuisine Cajun” werd hij een vaste waarde, eerst op de Gentse Feesten, vervolgens op zowat alle festivalpodia in België en Nederland, met ook optredens in Duitsland. Dit tot in 2006. 
Op dit ogenblik heeft hij zijn muzikale studies hervat (zangtechnieken en jazzpiano) en treedt hij geregeld op in jazz- en latinformaties.


10 GEDICHTEN UIT
DE ROEMRIJKE LEVENSDOOD VAN POP
Francis  Cromphout


pop puft uit al zijn kieren

de kleurrijke woorden zoals ze zijn gevat
op het breekpunt van het prisma in zijn vel
op zoek naar de oplossing
voor het probleem waarbij hij groeit

meer en meer lucht wordt er bijgepompt
de kieren worden gedicht één voor één
stop alvast je oren dicht
want straks ontploft hij nog

maar zoals altijd komt hij
toch net weer niet tot ontploffing
some madness in his system
die hem dit belet

wie zo vol van niemand is zoals hij
komt niet zo gemakkelijk tot niets

de avond valt
een moeilijk moment voor een opblaasbare pop
de warme lucht in hem wil opstijgen
wil hem doen wegdrijven op de nacht
het evenbeeld voor ogen
van de leegte die hij omvat maar niet is

dat hij wil vervoegen in het heelal
waarvan hij deze avond vermoedt
dat het vormeloos is en toch alles inhoudt

een poplander
draagt altijd zijn land met hem mee
eeuwige buffer tussen twee staten
waarvan de grens nooit te trekken valt

een dubbele stippellijn op een landkaart
kan zichzelf niet omvatten

conflict dat pop
slechts met zichzelf kan beëindigen


voor het uitstalraam van een jeansboetiek

pop gaapt graag
naar bolgeblazen kleren
investeert nuttig
zijn blikken

de vrouw die hij begeert
tot een broekvol lucht gereduceerd
is het de eindeloosheid van een speldeprik
die hem scheidt van de ontploffing


voor het uitgaan

om kant of wal te raken
wringt pop zich langs alle kanten
voor de spiegel van zijn kleerkast
test er zorgvuldig kostuums uit
en twijfels
timmert aan het tegenbeeld
dat hem zou toelaten iemand te zijn
kiest uiteindelijk voor een luchtig pak

zo wil hij voor één avond
aan oog en snavel
van zijn spitsbroeders onttrekken
het feit dat hij slechts lucht is voor hen


every day's night fever

pop kent geen hartenklop
toch is er een ritme dat hem voortbeweegt
de dans van de wereld
de discantus van de disco
die de godheid met krachtige halen
bij hem binnenhijgt
dan komt hij op zijn rug terecht
krabbelend en krauwelend
oververzadigd maar onbevredigd
overgeleverd aan de morgen


pop plays the saxophone

een slang in zijn aars
verbindt hem met de wereld
hoerige lauwe lucht
die zijn darmen doet daveren
zijn maag doet zwellen
hem door zijn slokdarm heen
reikt tot aan de nok

zit het hem tot daar
hij blaast zijn wangen bol
zijn lippen stuk
op het mondstuk
van zijn saxofoon

toonladders en trucjes
die met het trillen van het riet
van de hele wereld
de stank omtoveren tot muziek


niets voor niets

voor zijn maandelijks rantsoen lucht
gaat pop werken als zuurstofpomper
voor het aarsgat van de kippen van de W.L.K.
(de Windei-Legkippen-Kwekerij)
dankzij de arbeid van miljoenen zoals hij
kakt elke dag opnieuw
de goddelijke kip
de wereld uit
als haar eigenste windei
en daar blijft het bij


¡Buen viaje!

eens per jaar op vakantie
gaat ook pop
hij boekt dan voor het land in de spiegel
waarvan hij het hele voorbije jaar heeft gedroomd
zo dadelijk slaapt hij in
in de tweedeklassezetel van het luchttuig
dat zijn droom
naar zijn bestemming zal voeren


sport en speld

gewapend met een speld
gaan pop en antipop elkaar te lijf
zij zijn er goed van doordrongen
het gaat er om hun vel te redden
gaat hun vel eraan
dan zijn zij eraan
vloeit hun leven onherroepelijk weer
naar de atmosfeer waartoe hij hoort
de taktiek gaat als volgt:
de vijand in de ogen kijken
raden waarheen hij wil met zijn haat
voor antipop prikt
lost pop een weinig leven
uitwijkingsmaneuver dat de speld
alleen de lucht als prikdoos laat
(min het vel van pop)
en zo gaat het dan van prik!... en mis!...
en prik!... en weer mis!...
o maar daar wordt pop in volle borst geraakt

toch ontploft hij niet
wat dacht je, de spelden
zijn natuurlijk nep
op leven en dood
heeft alleen de godheid recht in Popland.


petit explosé

Met het oog op het hier gestelde probleem
laat ik nu het woord aan de weledelgeboren heer W.
geëerd alweter van Waterland
onze al-omringende buurstaat en bondgenoot

heren poplanders, laten wij
uw aller substantie zuurstof heten
bij ons plegen wij die te mengen
(in de verhouding van 2 op 1)
met wat waterstof wordt genoemd
deze laatste stof kan afgezonderd worden
zodoende dat het volgende verschijnsel
zich vertoont

voor alle duidelijkheid zullen wij deze stof
in haar meest elementaire vorm als een familie beschouwen
Kaïn (om hem met een Bijbelse naam te sieren) speelt er voor het mannetje
alhoewel hij onafscheidbaar verbonden is met zijn vrouwtje
vertoont hij het volgende zonderlinge gedrag
cirkelend rond het nest waar zijn wijfje vertoeft
in het gezelschap van een soort van koekoeksei
lijkt Kaïn wel de wacht te houden om zijn familie
voor dreigende gevaren te behoeden

niets is minder waar
zijn voornaamste ambitie blijkt
eigenaardig genoeg
zijn broer Abel in de armen te vallen
deze, met dezelfde drang behept
cirkelt eveneens rond zijn nestje

om tot de beoogde omhelzing te komen
hebben zij evenwel een duwtje nodig
van onzentwege
wat wij hen dan ook niet ontzeggen

het resultaat is verbazingwekkend
de respectievelijke families Kaïn en Abel
worden zo meteen eenzelfde familie
waar als bij toverslag nog maar één mannetje
één wijfje en één nestje te bespeuren valt

maar daar roert zowaar iets in dit nestje
wat merken wij, niet één
maar twee vreemde vogels
zijn uit hun broeikas gekropen
klaar voor de vlucht

de vlucht van deze vogels
plaatst de gefusioneerde familie
voor nogal hete vuren

ware het niet dat wij er gewoonlijk
dit koelende stokje van onze makelij voor staken
dan zou dit een regelrechte oplossing bieden
voor het cruciale probleem
dat u, poplanders
zo kwellend bezighoudt


gebed zonder (hoop op) einde

oom atoom kon nu maar gauw
want ik heb het hier te nauw
splits u over mij heen
dit gesplitst ik wil zich weer één
met al dat niets dat het omcirkelt
spil van leegte waarrond het even siddert
spiraal die het katapulteert
op het scherp van het ergens anders
waar opnieuw dit ik zich aan bezeert


Francis Cromphout

Geen opmerkingen: