Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

8 juli 2011

OPEN BRIEF AAN WILLY TIBERGIEN

Mijnheer de Hoofdredacteur,
Beste Willy,


Opnieuw hebt u het genoegen gedichten van mij niet te publiceren in Poëziekrant. U toont zich (on)oprecht spijtig dit (alweer) te moeten beslissen. Maar u excuseert zich, waarvoor dank. U bent “streng”, schrijft u. Ik kan vele voorbeelden aanwijzen waar u nog te weinig streng bent geweest in het selecteren. Waarom? Dat wordt raden en met ouder worden heb ik die kunst verleerd. Welke zijn de criteria die worden gehanteerd om een onderscheid te (kunnen) maken tussen “streng” en “rechtvaardig”?
Maar u hebt wel dé reden bij uitstek gevonden: het ministerie van Cultuur is ook “streng”. Moet ik hier nu nog eens herhalen dat de “strengheid” van Cultuur (het Fonds weet u wel) zich vertaalt in:
art. 5 van Hoofdstuk II. De oprichting van een VFL zegt dat “Het VFL tot doel heeft de Nederlandstalige letteren … in de brede zin van het woord te ondersteunen en de sociaal-economische positie van auteurs … te verbeteren.” Onder andere door subsidies. Maar welke is de positie van de auteur als het decreet stelt
-          dat productiesubsidies alleen door uitgevers kunnen worden aangevraagd en verkregen.
-          dat stimuleringsbeurzen niet kunnen worden toegekend voor uitgaven “in eigen beheer”
Voor een gezond letterenbeleid staat het subsidie-instrument centraal. Maar er zijn voorwaarden: het VFL mag zich niet lenen tot het ondersteunen van enkel erkende uitgeverijen door het toekennen van welke subsidievorm ook. Zo verleggen zij het accent van de auteur (die hulpbehoevend is) naar de uitgeverij (die handel drijft en winst op het oog heeft). Niet de uitgever (tenzij die dezelfde persoon als de auteur) moet worden ondersteund maar de individuele auteur (waar en hoe hij ook uitgeeft, indien het professioneel gebeurt).
Indien een nieuw decreet zou stellen dat het de auteur is die moet worden ondersteund en niet de uitgever, dan pas zou de decreetgever zich een aureool van rechtvaardigheid kunnen opeisen.
Natuurlijk moet het decreet ook de uitgever helpen, zoals de overheid andere bedrijven in nood helpt. Niemand zal dit betwisten. Maar mijn punt is: niet uitsluitend en met het accent op de auteur!

Dit is het gehele probleem van uitgeven van boeken in een notendop!

Dezelfde problematiek stel je vast in de subsidiëring van tijdschriften. Sinds 1989 zijn er een kleine 20 verdwenen. Als gevolg van het subsidiebeleid van het VFL, waarbij vooral andere belangen speelden dan zuiver literaire en kwalitatieve. Tijdschriften hadden “geen profiel, te weinig kwaliteit, geen schrijvers genoeg uit de eerste linie”. “Schrijvers uit de eerste linie”? Wie zijn dat? Ja, die! Gevolg: de tijdschriften die de “strengheid” van het “ministerie van Cultuur” als hun selectienorm hanteren, worden (nog) gesubsidieerd.

Ik ben 71. Ik kom “aan mijn trekken”, mijnheer de hoofdredacteur, beste Willy. Ik heb 22 gedichtenbundels gepubliceerd, 6 romans geschreven, 8 essays, 4 bloemlezingen samengesteld, 2 leerboeken Nederlands. Gedichten van mij werden geplaatst in 51 bloemlezingen in Nederland en Vlaanderen. Ik kreeg goede recensies. Moet er nog zand zijn?

Misschien waren de (recent) ingestuurde gedichten niet van goede kwaliteit (ik weet het niet en u zegt het mij ook niet), maar ik ben een “aanhouder” die met de jaren geleerd heeft voor zichzelf op te komen. Ik stuur u in de kortste keren 10 nieuwe gedichten op.

Met vriendelijke hoogachting en a propos: ik hoef geen poëziebad meer hoor: ik ben geen kind meer en ook (nog) niet dement,


Thierry Deleu

Geen opmerkingen: