ten jare 2000
Ik kende een man, in vele opzichten
een doodgewone kerel, wiens leven
voortkabbelde in de richting van zijn
monding. Ik heb hem al een paar jaar niet
gezien. Toen hij zestig werd leek hij gesetteld.
Hij was gelukkig getrouwd en niets liet
vermoeden dat hij zou scheiden van zijn
roots en de vrienden die hij achterliet.
En toen, zomaar ineens, hield hij ermee op
en kondigde aan dat hij voor een nieuw leven
had gekozen, halverwege Frankrijk,
in een door God vergeten groen regengat.
Die man, dat ben ik zelf natuurlijk, en
mijn vrouw noch ik heeft nog geen moment spijt
gehad. Hier, in de stilte van de vogels,
worden wij zo oud als Methusalem.
mijn vrij asiel.
Paarden
Vanmorgen klom ik de weide op,
de paarden keken even op,
ik boog het hoofd, de handen open
en fluisterde lieve woorden.
Toen kwam het eerste dichterbij,
graasde kort bij mij en keek niet op,
ik hurkte neer neuriede een lied,
zacht duwde het zijn hoofd tegen
mij af, ik streelde zacht zijn sterke
kaken, inmiddels waren ook
de andere dichterbij gekomen,
zoveel ineens dat ik wijken moest.
Dit is voor mij een zalig moment
dat ik voor niets wil ruilen,
paarden en ik wij horen bij
elkaar, voelen het zo aan.
Bij mijn paarden in La Vallade (in de Creuse)
Confolent
Uit mijn dagboek eind’ 90:
“Confolent la Creuse France
hier krijg ik zuurstof à volonté
uit brem netel blarenkruid
waan mij de dalaï lama
met dieren rondom simpele
mensen drankneuzen kaarters
kaartlegsters duivenmelkers
boeren vooral die stenen
uit Vlaamse grond klagen
hier leer ik de waarde van
kleine dingen kleine wensen
hier komt de muze elke dag
in de gedaante van een vliegend
paard samen vliegen wij over
weiden velden bos een lieve lust
voor het oog van bikers wandelaars
’s avonds gaan wij op stal
warm tegeneen geschoven ruiken
de geur van mest bezeikt stro
horen het gesnurk van ezels
het gepiep van puberkuikens
die de slaap niet vatten de zang
van barrevoetse ganzen.”
Sfeerbeeld van mijn verblijf in Confolent
(in de Creuse) bij boer Warlop vóór mijn
oppensioenstelling
De herenboer van Confolent (1)
Met gestreken gezicht bevroren cheese
verwelkomt hij in beste Westhoekees
zijn gasten van Bachten de Kupe hij rolt
een aantal doffe a’s en kleffe e’s
‘Welgekomen allemaal kom binnen
drink ééntje op mijn kosten ééntje
want ik ben een arme boer hahaha’
De meute schuift binnen links de WC
een smalle gang en op ’t einde zit je
daar met afgestreken broek blote dijen
rechts de living lange tafels een reuze
open haard zwart geblakerd op de schouw
kandelaars opgebrande kaarsen.
De Westfluten wanen zich bij een
brocanteur paarden klein en groot van hout
en brons heiligenbeelden oude foto’s
‘Zet je, zet je, Christine breng enkele
flesjes bier hier. Draai aan ’t ulleke
mondje aan de fles en binnenkippen.
Zijn er die wat anders lusten? Cola?
Kortendrank van Jean-Pierre straffen turf
voor sterke magen, allé santé,
en hoe was het onderweg? Niet simpel?
Ja, we zitten in ’t hol van Fluto’.
Bij boer Warlop in Confolent (de Franse Creuse)
waar wij regelmatig op vakantie gaan en genieten
van ’t groen en de ‘streken’ van de heer des huizes
De herenboer van Confolent (2)
Hij woont heeft zich genesteld in een hameau
dat geen naam draagt op geen kaart is aangepunt
en toch op een vergeten bord links van de
kronkelweg één keer Confolent 0,9
over de spoorweg begint zijn domein
akkergrond de hoeve baadt in de zon
in het water van de regenvijver
de Creuse holte diepe put als een reus
met ingevallen wangen hier heeft boer Warlop
zijn stek verder opwaarts in ontvolkte
gehuchten La Vallade Sous-la -Faye
kocht hij vervallen huisjes schuren muren
bosjes weiden bronnen anonieme
verhalen van overleden Creusois.
Flegmatisch op zijn verlaten land speurt hij
de einder af boer Warlop fouilleur fantaisiste
fanatique boert niet maar superviseert
animeert de verbaasde toeristen
incasseert in nederigheid hun vakantiegeld.
Bij boer Warlop in Confolent waar wij regelmatig
op vakantie gaan en genieten van ’t groen en
de ‘streken’ van de heer des huizes
Met de koets
Hop paardjes hop roept het meisje
op de bok Lola en Morgane
stappen dezelfde via lucis
elke dag driemaal van de
Somme tot aan middeleeuws
Saint-Valéry over zand aarde
steen uit pure verveling
doen zij een klapje en een kakje
in hun wijde leren broek ho
Morgane ju Lola voort links rechts
niet dralen of pootje baden
een uurtje voor een redelijke prijs
“rechts de baai links herenhuizen
recht voor ons anno 1600
straks voorbij het museum
Picarvie het dorpsplein met
resto’s en winkeltjes proef onze
bouchots drink onze bon vin
ho paardjes ho dank je wel
tot volgende keer mevrouw meneer”
Kort verblijf in de baai van de Somme
september 2005
Meisje met paardenstaart
Meisje met paardenstaart hoe zacht
streel jij mijn kaken wijdbeens
voor mij uit met grote ogen
kijk ik je aan peil zonder
verpinken naar wat je wilt
duw mijn hoofd tegen je borstjes
ondeugend de oogjes neer
een glimlach die mij charmeert
hemels hoe je mond tuitend mijn
hals beroert de zon priemt op mijn rug
de wind speelt in mijn manen en
met je wit vijftrapszomerkleed
als je in mijn neusgaten blaast
nies ik oorverdovend de stilte
die jij met fluistertoon bedaart
vliegen stuiven van mij weg.
Geschreven tijdens verblijf op La Vallade.
Parijs meisje (op vakantie) komt elke dag tot bij de paarden.
Thierry Deleu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten