AVONDLUCHT IN DIEPENBEEK
voor Leo Vroman
De dunne halve cirkel van de maan staat
tegen de avondlucht
in gesprek met het veranderend universum
onder een vracht lage bewolking. Soms
wordt hij even iets scherper, lichter, dan vager –
condenssporen van vliegtuigen zijn anders altijd
zichtbaar, ik ken hun wegen naar het westen
dichtbij de ondergaande zon
van dalende vliegtuigen voor Brussels Airport
vaak ook heel hoog bij helder weer
van Noord naar Zuid op dezelfde hoogten –
ze kruisen elkaar iedere avond weer.
Dit gedicht mag niet te lang duren.
Want ik draag hem op dit uur aan jou op.
Je hebt al veel geschreven, en je gaat ermee door
zoals de woorden van gisteren levenslang zijn gebleven.
Laat het net zo lang duren als de geluiden van de trein
in de verte. Het langzaam zwellen, dan gelijke tonen,
in zachtere woorden gaan ze op in de achtergrond
van wat ik wilde zeggen. Niet te lang, niet te veel.
Niet te weinig. Genoeg voor deze naderende nacht.
Hannie Rouweler
Geen opmerkingen:
Een reactie posten