Arendsoog
in het land van woudloper
en outlaw was ik
de spoorzoeker van de droom
ik geloofde in de vredespijp
en het openen van aders
toen ik verbroederde
met Winnetou, de Schone
Wilde die beschaafder was
dan de beschaafden
ik las tot ik in slaap viel
en moeder deed het boek
weer toe: een beeld
waarvoor ik neerkniel
toegeknikt door Winnetou
hoe droef was ik te moede
toen de Roodhuid zijn ogen sloot
een verlies door geen roem
te vergoeden, even triest
als moeders dood
ik wist: voorbij was de vrede
van het delen van bloed
al hoor ik nog haar schreden
en zie ik zijn verre groet
hij staat dan in het avonduur
donker tegen de rode zon
het einde van een avontuur
maar ik geloofde nog
dat er een nieuw begon
Staf De Wilde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten