Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

21 mei 2011

Het familietijdschrift "Florisoone". Een jonge telg van 51!


Het doel van genealogisch onderzoek is om te komen tot publicatie van de resultaten. Voor velen is het moeilijk om uit te maken in welke vorm de uitgave moet worden gedrukt en uitgegeven. Ik vermoed dat het voor de initiatiefnemers van het familietijdschrift
Florisoone niet anders is geweest.

Publiceren? Dit ligt voor de hand: zij die genealogisch onderzoek doen, willen te zijner tijd komen tot publicatie van hun resultaten. Toch blijft het moeilijk het juiste moment te bepalen.
Af is een genealogisch onderzoek natuurlijk nooit, vandaar dat een familietijdschrift een periodiek wordt. De familie Florizoone koos voor een termijntijdschrift: er was zoveel informatie al vergaard en zoveel nog te verwachten.
De voordelen van een familietijdschrift zijn velerlei: enerzijds kan een onderzoek dat nog niet af is, in gedeelten worden gepubliceerd en anderzijds kan er een hechte band met familieleden (naamgenoten) worden opgebouwd. Bovendien kunnen nieuwe familiegegevens snel worden aangevuld. Natuurlijk moet er steeds weer tijd worden geïnvesteerd in het samenstellen van een nieuw nummer.
De initiatiefnemers wisten echter dat hun familie ruim vertakt was en dat vele leden ook uiterst begaan waren met de familiegeschiedenis. Het ging om een groot geslacht en er waren nog een groot aantal naamdragers in leven of mensen met een gelijkluidende familienaam.
Ik kan mij levendig voorstellen hoe de eerste redactie verliep. Ik gis op een positieve stemming bij een enthousiaste groep. Dat zal de boventoon zijn geweest. Na het nemen van de beslissing een familietijdschrift uit te geven, moet een eerste redactie worden gevormd, een vaste kern die de verantwoordelijkheid voor het tijdschrift op zich neemt.
Als gevolg van het aanbod aan bijdragen kan de inhoud van het tijdschrift variëren: veel genealogie, veel wetenswaardigheden. Hierin een evenwicht te vinden is niet gemakkelijk.
In de praktijk is het opvallend hoe in veel gevallen de productie van bijdragen in
familietijdschriften neerkomt op heel weinigen. Dat zal bij de Florizoones niet anders zijn geweest. Hoe voor de hand liggend ook, hierin schuilt een groot gevaar als het gaat om continuïteit en afwisseling. De nummers die mijn goede vriend Fernand mij heeft ter hand gesteld, versterken mijn vermoeden dat de redactie dit gevaar goed heeft omzeild. De breedte in de onderwerpen stelt mij gerust.
Bovendien heeft het familietijdschrift Florisoone een eigen gezicht. Herkenbaar, een vaste naam, een vast logo, een vaste vormgeving. De eigen identiteit vindt de lezer onder andere in de vaste rubrieken naast bijdragen met wisselende onderwerpen. Ook de opbouw gebeurt consequent en afwisselend.
De artikelen zijn goed leesbaar. Nergens wordt een drempel voor de lezer opgeworpen. De bijdragen zijn niet te lang. Het onder woorden brengen van informatie gebeurt leuk, niet klakkeloos. Genealogische bronnen worden vermeld. De redactie zorgt voor kwaliteit en uniformiteit. Door de goede verdeling van foto’s en andere illustraties over de verschillende artikelen worden deze laatste ook aantrekkelijker.
De redactie is in handen van Guy, het secretariaat ligt bij Chantal en beiden worden geholpen door het Florisoone-comité, met Antoon, Chantal, Fernand, Guy, Johan, Karel, Luc Sobry en Monique Dewaele.
Deze mensen zorgen voor objectiviteit en waken over de privacy van de geciteerde of beschreven mensen. Met in het achterhoofd dat de redactie geen rechter wordt die een oordeel velt.
Ik onderschat geenszins de opdracht van het comité, vooral het identificeren en stimuleren van (potentiële) auteurs. Het is verbazingwekkend hoeveel goede informatie min of meer verloren gaat, doordat men het niet “durft” op te schrijven. Voor een redactie is het een uitdaging om deze mensen over de drempel te trekken.

Het familietijdschrift Florisoone is een bijzonder mooi tijdschrift, typografisch als tekstueel en illustratief. Sinds enkele jaren is het gebruik van een personal computer (PC), met printer en scanner, een tijdbesparend hulpmiddel.
Sinds het verschijnen van het tijdschrift is veel veranderd. Het is nauwelijks voorspelbaar hoe de mogelijkheden zich in de toekomst zullen ontwikkelen. Ik denk niet dat dit de eerste zorg is van het comité en de kernredactie.
Ik heb niet veel ervaring in het beoordelen van familietijdschriften. Maar toch voldoende om te schrijven dat dit familietijdschrift Florisoone een van de betere is die ik ken, zowel hier als in Nederland. Het niveau is hoog. De kwaliteit van de illustraties is goed tot heel goed. Het opnemen van een interview met een naamgenoot, naamgenoten in het nieuws, creatief werk van naamgenoten, de foto van een naamgenoot uit vorige eeuwen maken een tijdschrift aantrekkelijk voor de lezer.
In Florisoone zit ook een stukje historie. Het leuke van een historische bijdrage is dat hierdoor meer familieleden zich direct aangesproken voelen. Een verhaaltje over iemand nu is vooral van belang voor zijn directe familie, maar een stukje over een voorouder raakt al zijn nakomelingen. En het maakt het tijdschrift ook veel interessanter om te lezen.
Mijn mening zal niet objectie zijn. De familie Florizoone ligt mij na aan het hart en met enkelen van hen heb ik een hechte band. Wat ik mooi vind, vindt een ander misschien minder mooi.
Toch blijf ik bij mijn mening: indien er een wedstrijd zou worden uitgeschreven voor Vlaamse familietijdschriften dan zou Florisoone zeker worden genomineerd. Uniformiteit, verzorgd, een mooie vormgeving, origineel, aardige historische bijdragen.   

Ik maak deze beschouwingen op verzoek van mijn goede vriend Fernand. Af en toe gaan wij samen uit eten met onze schattige vrouwtjes Ida en Ginette. Op het aperitief bij hen thuis schonk hij mij enkele nummers van Florisoone en het speciale nummer Genealogie & Heraldiek Florisoone, 22ste jaargang 2008, nr. 1.
Dit laatste in een luxe uitvoering, albumformaat, hardcover, op halfglanzend papier.
Wat ik onder ogen kreeg, was een bijzonder sterk stuk opzoekingswerk. In het boek wordt de ontstaansgeschiedenis gegeven van de verschillende “Florisoone”-wapenschilden en heraldiek en bovendien werden de nog bestaande materiële relicten opgezocht. Ook de stamlijsten van de familie Flori(s)(z)oone worden gepubliceerd, met afstamming vanuit de veertiende eeuw en haar verre oorsprong uit Nederland.

De opmerkelijkste figuur in dit boeiend verhaal is Pieter Florensoone ­die zich eind zeventiende eeuw definitief vestigde in Wulpen. Zijn nakomelingen ­vormen ongeveer 90% van alle huidig bekende Florizoones.
De voornaam Floris, relatief onbekend in Vlaanderen, verwijst naar de Nederlandse origine. De bakermat van de Flori(s)(z)oones is de omgeving van Ieper, waarvan ­een deel tot het huidige Frans-Vlaanderen behoort.
Ik ben het met de samenstellers en de inleider Guy Florizoone eens: het belang van dit onderzoek overstijgt in ruime mate het peil van het verdienstelijke amateurisme. Het gaat om een onafgebroken onderzoek sinds 1959 tot op heden. Wij lezen hier het verhaal van een willekeurige familie die deel uitmaakt van de beschavingsgeschiedenis van ons volk. Ze kan als een prototype worden beschouwd. Het is een belangrijk onderdeel van de grote geschiedenis.
Het boek beschrijft achtereenvolgens de genealogie tak Florisoone, Nieuwkerke-Wulpen en de tak Ieper, met de wapenschilden en de geschiedenis van de familieheraldiek.
In mijn virtuele wandeling doorheen het boek ontmoette ik veel interessante mensen (voor mij zijn het personages), zoals stamvader Pieter Florensoone (° 1659 Vlamertinge - +1703 Wulpen). De naam wisselde een eerste keer met Hendrik Willibrord Florisoone (°1758 Wulpen - +1836 Wulpen) en kort daarop in Florizoone.
De vader van mijn goede vriend Fernand heette Heliodoor (Alidoor) Victoor (Victor) Florizoone (°1875 Wulpen - +1962 Veurne).

Mijn vrouw en ik prijzen ons gelukkig dat wij Ida en Fernand beter hebben leren kennen. Ik kende Fernand Florizoone, de dichter uit de Westhoek, al decennia bij naam en faam. Ik ontmoette Fernand voor de eerste keer lijfelijk in 2004 op een literaire barbecue in het kunsthuis Ex Libris in Vleteren. Daarna werd Fernand lid van “De 50 Meester-dichters van de Lage Landen bij de zee”. Wij ontmoeten elkaar een tweede keer op de eerste ontmoetingsdag van de meester-dichters op woensdag, 1 december 2008 in de raadzaal van het gemeentehuis van Koksijde.
Sindsdien zien wij elkaar vaker en onze vriendschap wordt steeds hechter. Ook onze vrouwtjes hebben elkaar beter leren kennen. Resultaat: een eeuwige vriendschap “van huis tot huis”, zoals Fernand het schrijft.

Fernand is ongetwijfeld één van de beste dichters in Vlaanderen en Nederland. Ik steek deze appreciatie niet onder stoelen of banken. In menig tijdschrift en online magazine heb ik zijn poëzie bejubeld. Koksijde mag zich gelukkig prijzen met Fernand. Hij is ook terecht cultureel ambassadeur van de gemeente!

Ik heb vlijtig gegrasduind in de nummers van Florisoone. Het nummer 1 van de elfde jaargang was een nieuwe start (13 oktober 1996). Het allereerste nummer verscheen op 10 mei 1959. De eerste periode liep tot 1969 (10de jaargang, nummer 4).
Ik was aangenaam verrast een gedicht van wijlen Gery Florizoone te vinden op blz. 23 van nr. 1 van de 12de jg. 1998. Gery werd begin ‘80 genomineerd voor de Boulevard Prijs voor Poëzie. Ik ontmoette hem op de prijsuitreiking in het cultureel centrum van Harelbeke.
In het nummer 2 van de 13de jaargang 1999 geeft mijn goede vriend Fernand Florizoone een eigenzinnige kijk op de 20ste eeuw. Hij kijkt terug op zijn leven en zijn leefwereld. Ook het Florishof te Oostduinkerke komt aan bod. Ik heb de laatste levensjaren van Hilaire mogen meemaken en werd later bevriend met zijn zoon Jan. Mijn gelegenheidsgedicht over het Florishof staat te kijk (want ingelijst) in de inkom van het museum.
In het nummer 2 van de 15de jaargang 2001 staat op blz. 42 een mooie archieffoto van het gezin Florizoone (in 1927). De kleine Fernand domineert het plaatje, zittend op tafel, als het kakkernestje van Heliodoor en Zulma.
Het nummer 1 van de 19de jaargang 2005 is een heel speciaal nummer. Het bevat uitsluitend haiku’s van de toen 80-jarige Fernand, met als titel In de hangmat van een haiku. Voor mij een openbaring! Ik kies er drie uit (maar ze zijn alle van goede kwaliteit):

Verstrooid is mijn hart
op een twijg van mijn gebed
zit een mus die tjilpt


Het druilerige weer
belet ons niet dat wij twee
vrije vogels zijn


Krekels slijpen het
geluid van de eeuwigheid
in mijn korte tijd

Het eerste nummer van de 20ste jaargang 2006 biedt een genealogisch overzicht van de tak Winnezeele en de tak Isidoor & Elodie Florizoone-Florizoone. In deze tak vond ik ene Anne Marie Deleu (° 20 augustus 1952), Martine Deleu (° 30 mei 1961), Colette Deleu (° 1 oktober 1962) en Philippe Deleu (° 27 januari 1967) en zijn kinderen Wiese (° 25 september 2002) en Gust (° 9 juli 2004).

Bijzonder boeiend is ook het relaas van het eerste contact met de wijngaard van Eric Florisoone. De “Florisoone”-wijn heet Fils de Fleur. Ik mag niet vergeten Fernand een glaasje te vragen. “Een heerlijk, eenvoudig wijntje!” las ik in het “Voorwoord” van Guy.

In nummer 2 van de 20ste jaargang 2006 vind ik de tak René & Joanna Florizoone Scheirsen en de Florizoone-kapstok, zoals het woord zegt: je kunt er alle Florizoones aan kwijt vanaf hun aankomst uit Vlamertinge in “De Drie Koningen” te Veurne.
En ineens, achteraan, ontdek ik de Floris-Winkel, met boeken, briefpapier, brandglas en wijn.

Een familietijdschrift dat een halve eeuw jong is, wat betekent dit? Een gezonde levenswijze! En daar zijn regels voor, zoals houden van traditie, heraldiek, symboliek, graag deelgenoot zijn aan verleden, heden, toekomst, maar in de eerste plaats: liefde voor elkaar, trots zijn op afkomst, op elkaars realisaties, meeleven met elkaar, met vreugde en verdriet.
Florisoone is geen hemelbestormer, maar een overlever.


Thierry Deleu

Geen opmerkingen: