Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

6 april 2011

subsidieer de kunsten via het publiek



Meestal vind ik de opiniestukken van professor economie Paul De Grauwe bijzonder inspirerend, maar wat hij zegt over kunstsubsidies (in "De Morgen" van 6 apr. 11) kan me niet helemaal overtuigen.

De Grauwe hekelt het huidige top-down systeem waarbij een niet verkozen jury of een minister beslist aan wie subsidies zullen worden toegekend. De gevaren zullen iedereen duidelijk zijn: die kan leiden tot willekeur en machtsmisbruik en tot nepotisme of vriendjespolitiek. En een elitaire, wereldvreemde jury promoot elitaire, wereldvreemde kunst.

De Grauwe stelt het omgekeerde voor: een bottom-up subsidiëring via het publiek.

De bedoeling is de subsidiëring "meer afhankelijk te maken van het aantal bezoekers dat een kunstenhuis aantrekt".

Mij doet het systeem De Grauwe denken aan de output financiering in ons hoger onderwijs: hoe meer diploma’s hoe meer geld. Iedere docent in het hoger onderwijs kan je vertellen wat de gevolgen daarvan zijn voor het niveau van hun onderwijsinstellingen.

Het bottom-up systeem heeft het voordeel van de democratisering: het volk of het publiek beslist. De vraag is echter welk volk? Als je rekening houdt met het aantal bezoekers dan moet je popfestivals veel ruimer ondersteunen dan musea of "Nachten van de Poëzie".

En als je de redenering doortrekt dan hebben stripauteurs recht op meer geld dan onze dichters en romanschrijvers.

De Grauwe beschuldigt de kunstensector van paternalisme omdat die geen vertrouwen zou hebben in de bekwaamheid van het publiek maar iedere vorm van ondersteuning door de overheid is een paternalistische ingreep: in deze context is "paternalisme" geen vies woord.

En dan zou ik met de basis beginnen: ondersteun de kunstactiviteiten in het onderwijs. Zorg bijvoorbeeld voor gratis vervoer naar musea en andere kunstmanifestaties zodat de schoolfactuur voor de ouders kan dalen. Dit zou bij de leerkrachten de zin voor initiatief duidelijk verhogen.

In het algemeen ben ik ervan overtuigd dat men aan de markt moet overlaten wat de markt zelf kan doen; een tussenkomst vanwege de overheid is enkel te verantwoorden als correctie op de markt. Wat betekent dat in de eerste plaats moet gedacht worden aan minder populaire genres, bijvoorbeeld de poëzie. En die ondersteuning kan ook zeer lokaal gebeuren door hulp aan kleine uitgeverijen (bijvoorbeeld door een distributiesysteem op te zetten) en door het inrichten van wedstrijden: ga eens na wat onze steden – zelfs de steden die graag zichzelf promoten als cultuursteden – jaarlijks uitgeven aan poëzie, het is te belachelijk om te vermelden.

Kortom, het onderwerp is zeer dubbelzinnig: ik voel wel wat voor de "democratisering" van de kunstbeleving, maar zeker niet van de kunstcreatie: die zal altijd van een elitair niveau blijven. Omdat kunst wordt geproduceerd tijdens momenten van inspiratie en dat is een toestand van verhoogde concentratie waarbij de kunstenaar op een hoger niveau functioneert dan in zijn gewone dagen of uren. De kunstenaar is zelf elitair vergeleken bij de mens die hij is.

Wat de overheid moet doen is de participatie aan de kunst faciliteren: financiële drempels moeten worden verlaagd. En prioritair dient de steun te gaan naar kunstvormen met een geringe commerciële waarde: de markt verruimen en corrigeren, dat moet de doelstelling zijn.

staf de wilde
de haan 6 april

Geen opmerkingen: