Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

30 november 2010

VREEMDE TOEGANKELIJKHEID
OF POEZIE MET INSPANNINGSVERPLICHTING

Thierry Deleu


Maularia Fist (° 1987) is het pseudoniem van Maurits Sterkenburg. In 2007 publiceerde hij zijn debuutbundel Voorgaande Naloper bij dezelfde uitgeverij, met name Razor’s Edge Editions (B).
In mijn recensie schreef ik toen:
"Debuutbundel van Maularia Fist: Vreemde eend in de bijt!
Buitengewone, van de regel afwijkende gedichten (en dit is geen waardeoordeel). Gedichten om te worden voorgedragen op een podium of onder de douche. Maularia Fist schrijft: gedichten zijn “gemoedstoestanden”, “de ogen zijn de illusie van wat de dichter denkt erin te aanschouwen.”
Cynisch, soms vergald, zegt hij ongezouten eerlijk zijn gedacht of veeleer vertaalt hij open minded wat hij aanvoelt tegenover mens of situatie. Het gif dat hij bij (k)wijlen uitspuwt, is niet gevaarlijk, het hoort bij het leven, bij het spel van verweren en overleven.
In het openingsgedicht “voorgaande naloper” zet de dichter onmiddellijk de toon, de juiste toon, zijn toon: hij relativeert en toch vindt hij gedichten schrijven mentaal zwaar werk. Deze tegenstelling duikt vaak op in de bundel: dichten is ernst, maar het blijft een spel. De keuze van de titel is dan ook raak en origineel, doet nadenken: voorgaande - naloper.
Wie is de dichter? Wat stelt hij voor? Wat is het motief, de drijfveer? Welke zijn de werktuigen?
Een dichter is vol mooie woorden, abstracte gedachten die alleen met verdovende middelen in staat is tot schrijven. Met “verdovende middelen” bedoelt Maularia Fist de roes, de inleving.
Gedichten zijn emotief, gerockt uit reinste woorden, sterk aftreksel, de dichter verheft zijn stem in stilte, hij is een jammerende ziel.
Hij dichter beseft dat hij navelstaart, maar hij vindt dit niet erg, de lezer moet er leren mee omgaan, hij moet wat hem aanbelangt of aanspreekt verwerken. Met andere woorden: ook de lezer heeft een taak die Maularia Fist omschrijft als het bekijken van jezelf in de spiegel/met je eigen gelaat en uit de confrontatie van jezelf met de woorden van de dichter uit de knoop raken.
De dichter doet alsof hij alles onder controle heeft (zijn geforceerd relativeren), maar toch scheurt uit het lichaam Bundel een getormenteerd alter ego die het uitschreeuwt van ellende.
Met deze debuutbundel dient Maularia Fist zich aan als een getalenteerde dichter. Hoewel hij zijn gevoelens soms rauw en ruw vertaalt of zijn beelden put uit de gewone dingen des levens (in heel duidelijke, niet mis te verstane bewoordingen), geniet ik toch van de plasticiteit waarmee hij ze kneedt tot lyrische ontboezemingen. Dit is een “gave” die hem wel op de rand kan brengen van het poëtische, maar in voorgaande naloper omzeilt hij dit risico alsnog.
Ik heb genoten van de kruisbestuivingen tussen lyriek, epiek en drama, waardoor zijn poëzie een ongewone dynamiek verkrijgt. Een enkele keer neemt hij de bocht te snel en vervalt hij in ludiek spel. Poëzie moet “poëticiteit” blijven: dit betekent dat het woord als woord wordt ervaren en niet louter als het benoemen van het object!
Het gedicht moet een “abnormaliteit” blijven, een onderbreking in de stroom van gebeurtenissen. Het gedicht is een stilstand.
Maularia Fist is een mix van performer en dichter, zijn gedichten komen het best tot hun recht als hij ze zelf voordraagt. Dichter en gedicht zorgen voor de communicatie met de luisteraar. Hij doorbreekt graag de structuur van het gedicht om te kunnen zeggen wat hij bedoelt en hoe hij het wil laten horen. Door zijn ongestructureerd rijmen (binnenrijm en eindrijm) trekt hij de aandacht en verleent zelfs aan de banaalste werkelijkheid een muzikaal air.
Zonder aarzeling durf ik hem een aanwinst noemen in het Nederlandstalige poëtische landschap. Hij heeft het ritme beet om een creatie te verwoorden, nu nog met meer zin voor “surplace” werken aan beeldvorming: poëzie schept leven, het gedicht leeft een eigen leven, de beelden zijn vaak de levensaders.”

Ook in zijn tweede bundel, Subtiela Bombastica, een tocht op gevoel, zijn bovenstaande ingrediënten gul aanwezig. Zijn openingsgedicht “Volle Zinnigheid” neemt de lezer onmiddellijk bij de kraag: dit is dichten: letters op papier die opzwepen, een hart diep raken, schrijven in waanzin; dit is dichten: een parodie op een “tekstig” woordenspel, of onzin. Dichten eindigt bij de dood.
In het titelgedicht zet de dichter zijn programma uiteen: ik zet m’n ziel op de tocht/en laat de gevoelens stromen. De bundel (het gedicht) is een tocht op gevoel. Hij gaat bombastisch te keer, hij is een beetje contactgestoord.

bombastisch ga ik tekeer
subtiel als een debiel
in de op- en afbouw

(p. 13)

Maularia Fist schrijft met passie, hij heeft hiervoor het juiste ritme en de juiste vorm gevonden: geen vaste structuur (vaak structuurloos), geen behoefte aan begrenzing of beperking van vers en woord, hij laat zich drijven op de stroom van zijn gevoelens.

zo lang al als ik schrijf, zo lang dan ook
zal ik blijven drijven en schrijven

(p. 21)

De dichter en de mens Maurits Sterkenburg zijn elkaars alter ego. Zij kennen elkaar door en door, soms lopen zij van elkaar weg, kort, want de drang tot eenheid is groot. Hun identificatie loopt parallel.
Maularia Fist is een creatief virus, veroorzaakt door hemzelf, met de bekende ziekteverschijnselen. Plotselinge waanbeelden, koude rillingen door de ruggengraat en een hevig maar gezond ziektegevoel. Hij is ziekelijk artistiek. Omdat elke ziel deze ziekte verdient. Tegenstellingen creëren, contradicties die elkaar afzwakken of juist versterken. Het onoverzichtelijke inzichtelijk maken, zoeken naar verbondenheid, onlogische en logische verbanden met elkaar in verbinding brengen. Met humor en een eigen lichaamstaal.

De identiteit van de dichter is al in de titel te vinden: hij is subtiel of fijnzinnig, hij reageert teer en gevoelig op het hoogdravende, pompeuze, pathetische. Hij is een bombastische dichter.
Soms ontkent hij de grens tussen realiteit en fantasie. Dit is zijn (broos) verweer tegen zijn eigen natuur: werkelijkheid en spel, maar wat hij spel noemt, is rauwe realiteit.

een droge en benige tik
op mijn schouder
ik zag hoe mijn handen
knekelige kootjes zonder huid werden

ik speelde tikkertje met de Dood

(p. 29)

Wanneer hij rust vindt, - tot rust komt, is de betere omschrijving, - weet hij het tijdelijke te vertalen in een van zijn betere gedichten.

tijdelijk hardhout

de zon streelt bladeren
zachtjes een zinderend warme gloed
waarbij de wind over ze gaat vaderen
en hij laat ze hangen

een briesje heeft hier vrij spel
geen probleem, waai maar aan
vol vlagen vrolijkheid
bij ontlading naar de grond

wat een eeuwige vreugde, zou je denken
ik vermaakte me alleen een poos
terwijl ik onder een beuk zat
op een vierpotige windhoos

(p. 33)

De zon /…/ zachtjes zinderend is het kind dat de hand voelt van zijn vader waarbij de wind over ze gaat vaderen, het briesje verwekt vlagen vrolijkheid, en ook eeuwige vreugde. De dichter zit onder een beuk en geniet (tijdelijk) van zijn fantasie.
In dit gedicht zijn alweer de tegenstellingen het fundament ervan: zachtjes en zinderend, waait en hangen, eeuwige vreugde en alleen een poos.

Het cynisme (in de bundel relativeert Maularia Fist vaker symptomen van onze welvaartsstaat) druipt ervan af in het mooie gedicht “Levenloos Liesje”. Hij hekelt de commercie, hoe zij levenloos Liesje tot leven wekt: je boetseert borsten en billen, dompel het geheel in sletterige waren, geef haar en gitaar, vergeet de botox niet en de siliconen bij te pompen, neem een hit, maak een diepte-interview en Liesje wordt een pop-idool, niet onbesproken, verdacht van hoererij, slachtoffer van incest.

leve commercie, leve impresario’s
lang leve Levenloos Liesje
ze verloor eens een vliesje

(p. 36)

Contactgestoord, droombeeld, verveling, stemmen, verlatingsangst, complotten, gesticht, mentale coma, zoveel aspecten van een “getormenteerde” dichter op dreef (bijna schreef ik: op de vlucht), maar hij heeft één zekerheid:

de onzekerheid
maakt dat ik zeer zeker weet
er is niks zeker

(p. 27)

Maularia Fist lijkt mij een uit de hemel gevallen meteoriet, een gevallen engel die demonisch om zich heen slaat, op zijn huid (lit)tekens van Provo en Meirevolutie, hij reikt de hand naar Vinkenoog, zijn voorbeeld, hij deelt met hem de chaos in het dagelijkse leven en de relatie van dit soort chaos met de verbeeldingskracht.
Ik heb genoten van deze buiten-het-gewone gedichtenbundel, niet alleen om de grilligheid, het psychedelische, de losbandigheid (in de zin van structuurloos), maar ook om de originele manier van “verbeelden, ontbeelden en ombeelden” van de werkelijkheid tot een verdraaglijk leven.


Thierry Deleu

Maularia Fist, Subtiela Bombastica, een tocht op gevoel, Razor’s Edge Editions (B), 2010

Geen opmerkingen: