In de Catalaanse Pyreneeën:
documenten met cultuurhistorische waarde
Voltaire zou hebben gezegd: “Geen betere vriend dan het boek!” Deze waarheid (dit citaat) heeft niets van haar (zijn) actualiteit verloren. Ik voeg er echter snel bij: “Niet alle boeken komen hiervoor in aanmerking!” De consumptiemaatschappij heeft haar sporen “gedrukt” en de technologische voortgang slaat zelfs kloven tussen kennis en onwetendheid. Het boek is vandaag verworden (verwoord) tot een druksel van een bedenkelijke en oppervlakkige inhoud. Gedurende de voorbije eeuwen was het boek meestal (bijna altijd) de reflectie van voorafgaand studiewerk met als (goed) doel de mensen te ontvoogden, op te voeden, te doen nadenken. Dat waren referentieboeken, historisch en literair van hoge kwaliteit.
Vandaag is het merendeel van de boeken bullshit, of afgeschreven, of slecht vertaald, niet door de (vermeende) auteur geschreven, zodat het kwaliteitsboek of het boek van “verlichte” auteurs in de verdrukking komt (is geraakt).
Van de duizend(en) boeken (lees druksels) die ieder jaar verschijnen en die gretig worden geconsumeerd, zijn er weinig relevant, en waarom: uitgeverijen zijn louter nog geïnteresseerd in commerciële (d.w.z. financieel-renderende) uitgaven… intellectueel of niet, met referenties of niet, “baanbrekend”, “grensverleggend” of niet.
Uiteraard is het belangrijk dat de uitgever zorgt voor “sensatie”, “vuurwerk”, “BV-commercials”, maar toch mag hij zijn oorspronkelijke opdracht niet verdoezelen of uit het oog verliezen: de lezer “instrueren” en dit kan ook via literaire producten (waarmee ik bedoel dat ik niet alleen oog heb voor wetenschappelijk werk). Uitgevers die met om het even wat en om het even hoe de markt willen veroveren, doen hun eerbare voorgangers onrecht aan.
Voilà, dit is in korte woorden de bedenkingen van uitgever Christian Lacour-Ollé die ik ontmoette in Evole, een bergdorpje in de Catalaanse Pyreneeën. Ik kwam hem tegen tijdens mijn bezoek (ons bezoek: ik ben altijd met mijn vrouw samen!) aan het oude, Romaanse kerkje aldaar. O ja, daar sprak ik ook met kluizenaar Joseph Raaymakers uit Lommel, die reeds dertig jaar daar leeft (of liever kluizend zijn dagen doorspoelt). Straks meer.
Lacour, die een uitgeverij runt in Nîmes (Gard), Place des Carmes - 25 Boulevard Amiral Courbet, biedt weerwerk tegen deze verregaande verloedering en geeft herdrukken uit van boeken (boekjes) die een historische waarde hebben (zouden hebben). Hij heeft een netwerk opgezet om deze belangrijke teksten op te zoeken en te verdelen. Zo draagt hij bij tot het instandhouden van de voorbije cultuur, gebruiken en gewoonten.
Wat mij vooral interesseert, is zijn levende belangstelling voor gesloten genootschappen, zoals de Vrijmetselarij en de Orde van de Tempel. Hij deed mij twee boekjes cadeau: van een zekere Hérédon, Le Régulateur du maçon, en een tekst uit de geschiedenis van de Orde van de Tempel (waarin ik de weergave vond van het verweerschrift van de Orde tegen rebellerende broeders). Vooraan dit tweede boekje drukte Lacour een waarschuwing af: “Dit boek is de herdruk van een tekst die onvindbaar leek. De tekst dateert van 1837. Ik excuseer mij voor de soms moeilijke leesbaarheid, maar om eer te betonen aan de auteurs en de kwaliteit van hun werk niet te schaden, heb ik de herdruk in de originele lettertekens gel aten.”
En nu, aandacht voor kluizenaar Joseph Raaymakers. Een heerlijk man (slordig gekleed, zijn broek stond halfweg open en een vuil wit hemd sierde de opening) die verbazend goed zijn Nederlands met Limburgse tongval had weten te bewaren. Hij leidde ons rond in het kerkje (waar hij ooit herder was geweest, maar door de bisschop “tot kluizenaar werd benoemd” - weg gepromoveerd in gewone mensentaal). Ineens stelde hij mij de vraag of ik geloofde. “Ja, ik voel mij zalig in mijn eigen geloof,” antwoordde ik hem, “maar ik ben niet kerkelijk.” “Ik ook niet meer,” zei hij en hij ledigde het offerblok van de Heilige Antonius van Padua met de profetische woorden: “Ik maak het geld wel over.”
Twee (van de vele) ontmoetingen die ons verblijf in de Catalaanse Pyreneeën hebben gekleurd. Onze gastvrouw en gastheer van chambre d’hôte “Casa del Gat”, Aurélie en Jo, waren lieve mensen. Beiden gepokt en gemazeld in de V.U.B. kozen zij toch voor dit leven. Aurélie (half Frans, half Vlaming) is afkomstig van Menen (het grensstadje waar ik geboren ben), Jo komt uit Lommel. Zijn ouders waren op (werk)bezoek. Vader Rik is beeldend kunstenaar en moeder Ria is de zus van Lisette Pachen, een oud-collega van mijn vrouw en ik op de Middenschool van het Gemeenschapsonderwijs in Harelbeke. Ook de vader van Aurélie was van de partij, een verlegen, dromerige figuur, gek op Willem Vermandere. (Weet je dat Willem van Lauwe is? De andere kant van de brug Lauwe-Wevelgem, we hebben dezelfde leeftijd, met een paar dagen verschil, hij is een paar dagen ouder, onze ouders waren bevriend).
De moeder van Aurélie is verwant aan de familie Vandamme-Vandenbroucke uit Harelbeke. Uiteraard kwam de zelfmoord van Annie ter sprake (zij was een schoolvriendin en werd later ook jeugdvriendin van mijn vrouw).
Die “toevallige” ontmoetingen (in toeval geloof ik echter niet) hebben ons verblijf aldaar een meerwaarde gegeven. Zo zie je nog maar eens hoe klein de wereld is!
Thierry Deleu
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten