85 - Fernand Florizoone
En scherper toezien hoe tijd aanmoddert,
ruimte bekladt en voldragen
alsmaar luider blaft.
Tijd is grasspriet, vergeet-me-nietje,
een zachte hand die aait,
schalks een zomerbloesje uitstalt.
Verkleumd, zieltogend en
zonde van de tijd,
schrijft winterwaarts de wisselstroom
een eigenwijs gedicht.
Gewichtloos en onzegbaar broos
sluimert eindigheid
resoluut,
in haar sprakeloos voorbehoud.
Behoedzaam overeind schik ik ieder jaar
een telraam bloemen voor hem, voor haar,
met weemoed ongedeerd.
Julie Goderis
zielsgraag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten