Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

19 november 2009

Gastredacteur (zie linkerkolom) JOSE CHAMON - deel 3

Bouba leert Koksijdenaren Afrikaanse keuken proeven.


Op 5 december 2009 wordt om 18.30u. in de Kerkepannezaal in Sint-Idesbald een Afrikaanse avond georganiseerd door Boubacar Bah en de dienst Internationale Samenwerking.


“ Ik heb jaren geleden nog een Afrikaanse maaltijd klaar gemaakt in het kader van 11.11.11., heel wat Baaldjenaren waar ik dagelijks de straten opruim en kuis, vonden dit een uitstekend idee en porden me aan om opnieuw zo’n avond met passende maaltijd te organiseren. Voor de prijs van 10 euro wordt het natuurlijk geen hoogstaande culinaire proeverij, maar na een Afrikaans aperitief maak ik een Maambo, een typische Congolees gerecht, met alles erop en eraan. Tijdens en na de maaltijd wordt gevarieerde Afrikaanse muziek op de aanwezigen losgelaten,” weet Boubacar Bah te vertellen.


Boubacar Bah was een politiek vluchteling uit Guinea, maar is in tussentijd Belg geworden. De goedlachse en sympathieke straatveger bij het gemeentebestuur van Koksijde, voelt zich intussen goed thuis in Sint-Idesbald.


“Ik maak sinds vele jaren een beetje deel uit van het decor in de Strandlaan, mijn werkdomein,” lacht Bouba, zo noemen de Koksijdenaren hem. “Als ik er eens een week niet ben, dan vraagt iedereen zich af of ik ziek ben, of ergens op reis. Ik woon al van in 1990 in België, mijn echtgenote en drie kinderen konden omwille van paperassen en mijn status mij pas in 1996 vervoegen. Ik paste mij met degelijke kennis van het Frans, Engels en Duits, die ik had, bijzonder goed aan. In Guinea was ik ambassadeambtenaar en werkte ook een tijd als tussenpersoon voor een grote Duitse firma. Een nieuw regime, één van de zovele in dit onstabiele land verplichtte mij om ijlings te vluchten. Vrouw en kinderen bleven achter in de hoofdstad Conakry. In 1993 kon ik naar Senegal vliegen, een buurland van Guinea, daar zag ik na jaren mijn familie terug. Ik kwam oorspronkelijk in Brussel terecht en pas daarna in Koksijde. Ik heb hier dan eerst wat in restaurants gewerkt en ook een korte mijn eigen snackbar opengehouden. Maar dat lukte niet echt, de mensen zijn hier erg achterdochtig. Toen mocht ik als straatveger beginnen aan de gemeente en meteen had ik een zekerheid. Nu kan men me elke dag terugvinden in de Strandlaan en de Baaldjenaren dragen met in hart, daar ben ik zeker van. Ze slaan graag een praatje, toeteren of wuiven.”


Eenzaam


“De jaren zonder mijn gezin waren moeilijke en eenzame jaren, maar nu ben ik heel blij dat we samen zijn. Mijn kinderen gingen in Koksijde naar de gemeenteschool en konden al heel vlug Nederlands spreken. Ikzelf spreek beter Frans, maar ik volgde ook Nederlands. Anders begreep ik mijn kinderen niet meer als ze onder elkaar spraken. Voor hen was het niet zo moeilijk om zich te integreren. Zij deden het als het ware al spelend, maar mijn vrouw Fatoumata had het heel wat moeilijker en het vergde een hele tijd om aan de Westerse levensstijl te wennen. Na hu lager onderwijs trokken de kinderen naar het Koninklijk Atheneum in Veurne en volgen intussen de leergangen aan de universiteit in Gent en speelden ook voetbal bij KVVC. Mijn oudste zoon Thierno studeerde inmiddels af als licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen en is momenteel tewerkgesteld bij Deloitte in Brussel, Mamadou, volgt de leergangen bedrijfsbeheer en management en Oumar zit in zijn tweede jaar burgerlijk ingenieur, bouwkunde. Tijdens de week zitten ze in Gent, maar zijn blij om in het weekend tussen hun Koksijdse vrienden te mogen toeven,” doet Bouba zijn levensverhaal.


Gemis


Toch mist Bouba zijn familie en broers, die in Guinea bleven en daar zijn sociale werking verder zetten. In hun dorp hadden de Boubacars een school en een dispensarium opgebouwd. Zijn familie houdt dit alles zo goed als mogelijk in stand. In het hele dorp Ndire-Touloun zo’n 1200 inwoners groot, was er geen waterleiding. Bouba kon daar iets aan verhelpen door fondsen te vinden om waterputten te boren. Momenteel is hij op zoek naar geld voor het betalen van de leerkrachten in het schooltje en het bouwen van een omheining rond de kweekvelden. Nu worden alle geteelde groenten ’s nachts door dieren opgegeten. Het dispensarium heeft gebrek aan medicijnen en medisch materiaal. Bouba is tevreden in Koksijde en vooral gelukkig om niet in een grootstad te zijn beland.


“We zijn hier heel gelukkig, België is gewoon mijn tweede vaderland geworden. De kinderen genieten van een uitstekende opleiding en er wacht hen een mooie toekomst. In Brussel bijvoorbeeld zouden we nooit zulke mooie kansen gekregen hebben als hier. De kinderen zijn ondanks hun huidskleur goed opgevangen en lopen niet zomaar op straat rond. Ikzelf ben gelukkig met mijn job aan de gemeente. Het is alleen spijtig dat er geen andere mensen uit Guinea hier in de buurt wonen, waarmee we ons dialect kunnen uitwisselen.”


José Chamon
Voor meer info over de Afrikaanse maaltijd kan terecht bij Fien Leerman of de Dienst Internationale Samenwerking. Tel. 058 51 08 92/0494 50 28 47

Geen opmerkingen: