Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

25 november 2009



De kunst van het dichten -

Job Degenaar in Handkussen van de tijd


Thierry Deleu


Job Degenaar koos een mooie titel voor zijn nieuwe bundel, Handkussen van de tijd. Een “handkus” heeft twee betekenissen: kus als teken van eerbiedige hulde enerzijds en kushand anderzijds (het laatste betekent ook kus op de eigen hand die men door een beweging daarvan een ander toewerpt).
Job Degenaar heeft zich als gevestigde waarde opgeworpen en weet zich met elke nieuwe bundel te handhaven. De toon, de muzikaliteit, zijn fascinatie voor de kosmos, het bestaansgevecht, de vlucht uit het hier en nu, het verlangen naar eenwording met iets buiten ons.
Hij verwoordt de (menselijke) paradox tussen nuchtere werkelijkheid (saai, zonder verbeeldingskracht) en de grijze zone van de fictie, tussen wetenschap en spiritualiteit op meesterlijke wijze. Onvermijdelijk kom je als dichter (als mens) in aanraking met geboorte, liefde, lijden, dood en een al dan niet religieus georiënteerd verlangen naar het overstijgen van al dat tijdelijke.
Mijn verwantschap met Degenaar is groter dan ik al vermoedde: wij zoeken naar zingeving. Einde 2011 verschijnt mijn essay Schoon volk in de hemel? Geen poëzie, maar (mijn) wetenschap over het spirituele.
Zoals Degenaar in een interview zei: “De oorsprong van zijn taal ligt niet in de taal zelf, maar in de werkelijkheid daarbuiten: de gewone wereld om mij heen.” Taal is een werktuig dat verheldering of ontroering creëert. Een gedicht is elke keer een eindproduct maar ook aanleiding tot een nieuw begin. Taal - en zeker poëzie - bestaat niet zonder raakvlakken met de wereld om ons heen, met de wereld die wij zien (de tastbare) en de wereld die wij aanvoelen (de spirituele).
Voor Job Degenaar zijn vergankelijkheid en overleven geen paradoxen, maar de ingrediënten van een eeuwig verhaal. Dit blijkt opnieuw uit Handkussen van de tijd. Degenaar blijft dezelfde zoeker en dezelfde vragensteller. Hij doet dit heel poëtisch, waarbij de gelaagdheid van de meeste gedichten opvalt. Iedere keer weet hij zijn queeste te ondersteunen door nieuwe ervaringen (sensitiefs) en ingevingen. Hij observeert scherp en schenkt de lezer veel levenswijsheid.
Handkussen van de tijd is een bloemlezing. De dichter koos uit eigen werk (zeven bundels) en herzag een aantal verzen.
Ook in deze bloemlezing gaat het - hoe kan het anders? - over onvervulde of uitgebluste liefde, over de natuur, de dood: gebruikelijke dichtersthema’s die overtuigend worden gebracht.
Al vanaf de eerste gedichten valt de suggestieve kracht van zijn poëzie op:

Oplichtend schuiven de wolken uiteen
de zon een zoeklicht over het veld
het koren rolt af en aan
p. 5

Niet alleen door het verbeelde maar ook door de sobere woordkeuze - de wijze waarop de dichter zijn woorden wikt en weegt - maakt deze poëzie bijzonder lees- en genietbaar. Degenaar schrijft mooie, melancholische gedichten in een eenvoudige taal.
Hij brengt beelden en vergelijkingen in een soepel parlando: dit is hoogst ongewoon en vergt metier en beheersing. Zijn metaforiek blijft - ook in het droevige - lichtvoetig. De vorm relativeert de inhoud, de zoektocht naar nieuwe antwoorden vindt plaats in een bui van licht en luchthartigheid. Dit is een sublieme vorm van overleven: poëzie als therapie.
Degenaar vindt altijd een evenwicht tussen rationaliteit en gevoelswaarden. Zelden lijkt deze harmonie het resultaat van gezochte woordspelingen.

voor intermezzi zorgen de mussen
die aangevuurd door spattend zonlicht
donderjagen in de struiken

Dit laat ik doorgaan voor geluk
(p. 16)

De dichter hanteert lichte ironie om de stemmingslyriek van zijn gedichten niet te laten verglijden in sentiment en zweverigheid. Ook van de fade-outtechniek (dit is woorden gebruiken om gevoelens te vernevelen) maakt hij handig gebruik. Dit geeft aan zijn poëzie suggestie, helderheid en een geloofwaardig gevoel.
De wijze waarop hij relativeert, maakt deel uit van de kracht van zijn poëzie. Ook als hij bezig is met de grote levensvragen zijn (lichte) humor of relativering niet ver af. In Handkussen van de tijd wordt echter meer aandacht besteed aan het thema liefde dan aan het metafysische. En wanneer hij toch een dergelijk gedicht selecteert, kiest hij voor dagelijksheid en mijmeringen.

als een vuur dat nagloeit
wacht ze aan het raam
van haar bestaan,

met in haar schoot een mager
verhaal over hemelse beloning
p. 72

het lege album waar ze in bladert
het wit waarheen ze terug zal keren
p. 73

Dit streven naar een spannend evenwicht tussen het gewone en het bijzondere, tussen het fysisch en psychisch aftakelen van de mens in de tijd zet de lezer subtiel aan tot het zich verdiepen in onze wonderlijke wereld.
Vooral echter is Degenaar in deze gebloemleesde nieuwe bundel een liefdespoëet.

Fenomenaal
Soms komt de liefde
rolt ze uit de diepte aan
tussen het koopgewemel in

of schuift opeens
onder een brug uit, recht
in de armen van de zon
p. 21

In zoveel vrouwen heb ik je
bezocht in wie ik de geur
van lente herkende
p. 26

Waar eindelijk de liefde
een hand legt over je ogen

en zegt: ga nu maar slapen
p. 43

“Nachtzang” (p. 65) en “De kunst van het dichten” (p. 66) roepen een poëtische werkelijkheid op die je bij voortduring wilt beleven en ervaren. Degenaar verstaat de kunst om zijn sensitieve ervaringen en overpeinzingen bij de gevoelige lezer over te brengen. Hij doet dit zo subtiel, broos, omzichtig tot de morgen brood en woorden/aandroeg, als vogels takjes (p. 65).

Voor Degenaar is de kunst van het dichten:
… het paardenbloempluisje
waaraan je je vertilt als je het vangen wil

en dat je in een zucht wegblaast
zodra het je verveelt

Dat zoveel ruimte aan je laat
dat het er bijna niet is als het er is

maar dat met fijne weerhaakjes
toch de aarde aan zich bindt
(p. 66)

Job Degenaar kiest voor poëzie, dit is duidelijk. Hij vindt het een geschikt medium omdat er in korte tijd met een minimum aan woorden veel kan worden gezegd. Bovendien hanteert hij dit medium op soms onovertroffen wijze.

Thierry Deleu

Job Degenaar, Handkussen van de tijd, een bloemlezing, uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2009, ISBN 978 90 76982 64 9

Geen opmerkingen: