Brouwers maakt “vloekschrift” Letterenprijs
Mijn Standaard van dinsdag 17 maart 2009
Auteur: Geert Sels
BRUSSEL - Het geldbedrag voor de Prijs der Nederlandse Letteren wordt meer dan verdubbeld. Jeroen Brouwers reageert met een “vloekschrift”.
Van onze redacteur
De aangepaste regeling is een gevolg van de weigering van de prijs, in 2007, door Jeroen Brouwers. Die vond de met 16.000 euro gedoteerde literaire prijs “niet de gepaste waardering” om een schrijversleven te bekronen. De weigering leidde tot een geanimeerde discussie.
Die is niet zonder gevolg gebleven. De inrichtende organisatie, de Nederlandse Taalunie, verlaat haar driejaarlijks ritme en gaat haar volgende prijs dit najaar al uitreiken. Dat is nog maar twee jaar na de weigering van Brouwers.
De geldprijs voor de auteur is van 16.000 euro opgetrokken naar 40.000 euro. Daar komt nog 20.000 euro bij om het werk van de schrijver te promoten.
“Twee jaar geleden kwam de prijs negatief in de pers,” zegt Martijn Nicolaas van de Vlaams-Nederlandse Taalunie. “Omdat het een belangrijk project is, willen we het zo snel mogelijk positief in het geheugen krijgen. Het comité van ministers heeft de geldprijs aanzienlijk verhoogd. Er gaat meer geld rechtstreeks naar de auteur.”
Jeroen Brouwers was gisteren niet onder de indruk. “Wat baat het de prijs een jaar vroeger uit te reiken? Het blazoen is toch al verdeukt. Wat voor zin heeft het om 20.000 euro uit te trekken om flauwekul als een boekje of een filmpje te bekostigen? Een prijs is een prijs, en dat bedrag moet je bij de laureaat niet in mindering brengen.”
Voor bijkomende informatie verwijst Brouwers naar een nieuwe editie van zijn Feuilletons, die dezer dagen in de winkel komt. Het pamflet met de titel Sisyphus' bakens kreeg als genreaanduiding “vloekschrift” mee. In zijn gekende polemische stijl doet hij een boekje open over literaire prijzen, de taalunie (altijd kleine letter), ministers van cultuur en de waarde van de schrijver.
In zijn “vilein en hilarisch pamflet” is Brouwers behoorlijk op dreef. Hij noemt deze oeuvreprijs een “geriatrische aangelegenheid” en is bijzonder creatief met zijn omschrijvingen: het poehaprijsje, een keutelprijs, een poffertjesprijs en een Helaholaprijs.
Vooral de Nederlandse minister van cultuur Ronald Plasterk (“Ronald Ha”) moet het ontgelden als “sidderspook met de snoeischaar”. Brouwers zet de eminenties in hun hemd door te vertellen hoe Plasterk en Bert Anciaux hem binnen de vijf minuten belden met hun versie van de feiten.
Over de Taalunie geen goed woord. “Rol dat instituutje toch op als een sleets karpet,” schrijft Brouwers. “Van een slapende marmot gaat meer werkzaamheid uit dan van de vijfendertig overheidsambtenaren van dit overheidsoperette-instituutje.”
(Overgenomen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten