Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

29 januari 2009

Thierry Deleu bij de Dichters des Vaderlands

Harelbeke


Harelbeke, harde bast, stijf van leden,
gouden hart, rood bevlogen, opgetogen,
Benoit, Pevernage, l'âge d'or, verval,
caduc, verrezen, altegaar, uit wolken stof,

kloten aarde, kleien venten, matronen
met grote borsten, Harelbeke verrijst,
Decadt bindt de bel aan, Gistelinck, Couvreur,
Velghe, Deleu, de aangelanden, Wim Opbrouck,

met helm en toebroek, Harelbeke
maçonnieke streke, koket loket, track 75,
werk in stad of buitenshuis,
de vent drinkt, zij staat haar man, de kinderen

in bloot lijf, een zegen te togen in dit
klotenland van gevlij en verzet, muziek
en woord elk banket op tafel gezet.
Harelbeke, verraderlijke vriend,

die vroeg mij kwam behagen, ik hou van je,
geen is meer te duchten, geen van beter
makelij, uitgelaten beest, ingetogen,
volgezopen muze van kleur en klank.



Heikruis


In Heikruis ruimte en tijd
opmeten in lengte van dagen
overmoed afgestraft Jan
en Janneke Stram de balans

in evenwicht gezwicht voor
pijnlijk gewricht gevolg van
zittend werk van 9 to 5
ik laat niet blijken dat de

overkant niet altijd groen is
de droom geen realiteit
ik word met de neus op de
feiten gedrukt berust

nauw’lijks in mijn lot de nacht
brengt raad de ochtend het goud
van de morgenstond
de zon verlicht mijn blik.



Tielt


Jaren sprak ik op mezelf in
telkens gepusht door de duivel
aan ’t Tieltse belfort hij pookte
mij aan niet te raisonneren

het grote gelijk aan mijn zij
gisteren is jaren voorbij.
Maar wat biedt morgen meer als pep
en koppigheid? Toen kwam uit de

hemel een serafijntje neer
blies mea culpa zong een lied
van vergeving de hemel
klaarde open schimmen werden

figuren gezichten kregen ogen
armen bewogen knuffelden
de verloren zoon was thuis
het feest kon onverwijld beginnen.



Apollinaire in Stavelot (2)


Haut les mains, Apollinaire!
le commissaire de Stavelot
fait appel à votre culot
de fuir sans payer vos dettes

c’est malhonnête cher poète
un homme comme vous sans sou c’est fou
vous ne méritez aucun pardon
ni de moi ni autrefois

vous avez blasphémé notre
hospitalité et la fille
nommé Marie de la friterie
Place de la Liberté.
(Simon Templier)



(Zelf)portret Simon Templier


Simon Templier habitant
Stavelot ik herinner mij
hoe jij als kind geboren als kind
gestorven de wereld verbaasde

door je onvolwassenheid
de kleur van je woorden de
pijn van fel verlangen
nieuwzucht van je gespleten geest

trokken mij aan in je blik
de horizon rooilijn van het
middelpuntvliedende heelal
ik wist dat jij mij zou geven

het goud van de wereld de kleur
van op drift geslagen hout
de hevigheid van een arabier
de knuffel van een berepoot.



Zelfportret (2)


Remouchamps Royal Hôtel Bonhomme
ik geniet en niemand die het ziet
hoe ik de auto’s tel de mensen
gadesla hun woorden weeg

hun blik interpreteer hoe mijn verhaal
een eigen leven leeft even
zeg ik bonjour op weg naar de
kleine kamer van mijn fantasie

naast mij krant in de hand mijn vrouw
krijgt geen touw aan mijn gedoe hoe
ik opnieuw niet geniet van wat zij ziet
hoe mooi de lente naar zomer lonkt.



Een zomer in de Moeren


Een zomer in de Moeren
aan de bocht van Cabourg
tussen broek en schote
land van koolzaad en rapen

zij vlijt zich neer prooi
lenig dier dat half opgericht
mij zoent in tegenlicht
onder navel en lenden.

Ik verstijf tot pagode
op deze binnenduin
stokebrand geuzenstorm
Seinemolen zonder wieken.

Als zij openwaait delta
van genot moeras onderkomen
voel ik het koolwitje
beven in haar heup.



Vinkem op de schreve


Ik heb op zijn Frans gemind
in dit koninklijk bordeel
Vinkem op de Schreve.
Sedert is zij in al mijn

zinnen vrouwe Camelot
teugel van mijn Pegasus.
Haar huid zit om de perzik
in mijn hand het parfum

van haar lichaam hangt in
de lucht die ik adem.
In de wiekslag van een meeuw
hoor ik haar schaterlach.

Zij is mijn evangelium
geen vrucht smelt in mijn mond
of ik denk aan haar.
Vinkem op de Schreve.



Sint-Flora


Wij snuffelen de berm op
in de wei liggen schapen
uit de hemel gevallen
meteorieten een reiger

komt aan de einder neer.
Zij ruikt naar pas gemaaid gras
haar lippen beginnende dauw
dauwdraden waaraan vlinders

zinderen. Ik voel hun vleugels
trillen als zij kreunend
openbarst haar schoot mijn
bloeiende dood. De aarde

duizelt als wij huistoe
schrijden een paard met kar
schudt als een natte poedel
de geluiden van zich af.



Oostduinkerke


Waar ik te grabbelen lig van
meeuwen kauwen lijf en leden
oneindig mijn vertrouwen
in ‘t keren van golven

schuim van wind en water ik heb
geen maat geen regel in het
registreren van kreetjes
kreten kindjes oma’s opa’s

die lijntjes trekken in duin
en strand hun lijf nieuw leven
inblazen ver van land zo dichtbij
opkomend afgaand tij

herinner mij de eerste reis
naar zee met bus en grote zus
ma en pa tante nonkel
nichten en een plastic tas

ik voel mij hier in mijn sas
Oostduinkerke Bad of Dorp
maakt niet uit geen weer toch weer
ik zing het hier volgaarne uit.


Thierry Deleu

Geen opmerkingen: