Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

18 juli 2008

Brief op uitnodiging. Jan Van Herreweghe 25 jaar bibliothecaris!

Oostduinkerke, 27 juli 2007.

Beste Jan,
Vriend van oudsher,

Ik weet dat je een brief in authentiek handschrift verwacht, maar ik doe dit niet meer en ik wil deze gewoonte in ere houden. Na de typemachine ben ik nu een adept van de pc en de tekstverwerking.

Beste lezer,

Als Harelbekenaar, geboren in Menen, getogen in Wevelgem, en nu wonend in Oostduinkerke, heb ik niet alleen vaak verhuisd en veel gereisd, maar ook veel beleefd. Ik ben niet honkvast - mijn vrienden zeggen dat ik nieuwzuchtig ben - en ik hou van uitdagingen, dit is waar. Van mijn vrouwtje wil ik echter nooit weg, zij is mijn soulmate en mijn grootste Muze.

Het moet je dan ook niet verwonderen dat ik haar zowel in mijn gedichten als in mijn romans verheerlijk, niet altijd bij haar echte naam, dat zou gênant zijn, maar zoek het maar eens op, het kan een tijdrovend spelletje worden.

Mijn poëzie wordt geciteerd als erotisch en critici waarderen mij als “één van de beste liefdespoëten in Vlaanderen”.

In mijn werk komen er - dat had je al begrepen - veel autobiografische elementen voor. Zo lees je dat ik enig kind was, ja, maar niet verwend, veeleer streng opgevoed. Op mijn twaalfde vloog ik in een internaat en kon er geregeld fluiten naar mijn "vrijheid". Tot mijn twaalfde leefde ik in een "harde" wereld. Cowboy en bandiet spelen, voetballen met een zelfgemaakte stoffen bal, met de schietlap mikken op de glazen potjes van de elektrische draden, vette pruimen uit de klakkebus duwen. En dan de "bendes" die elkaar bevochten met kluiten en stenen. Ik speelde echter liever poppenspel voor een klein publiek uit de buurt. Mijn vader was wever, maar in de gemeente was hij vooral bekend als duivenmelker. Wij woonden in de "Kweke", een beruchte wijk, de rode buurt. Mijn leeftijdgenootjes vond ik wat brutaal. Ik deed niet veel kattenkwaad. Ik kon er wel hard om lachen. In het vijfde leerjaar gaf de "meester" ons als opdracht voor een opstel: "Mijn peter". Opa was een vloerenlegger en ik mocht soms met hem mee, met de steekkar of met de triporteur. Ik mocht mijn verhaal voorlezen op de trede voor het bord. Ik was elf jaar, zat vooraan in de klas en wist: ik word schrijver. Logisch, ik blonk verder in niets uit.
Ik speelde "journalistje" op mijn vijftiende. Ik dicteerde artikels en verhalen aan mijn beste maat - hij werd mijn schoonbroer - en die tokkelde zo hard en zo snel als hij kon op een oude schrijfmachine. De blaadjes werden geplakt en in een paar bussen bedeeld in de straat. Toen ik niet meespeelde, zeiden ze tegen elkaar: "Thierry is aan het schrijven." Aan de ene kant hoorde ik erbij, aan de andere kant kon ik mij afzonderen. En dat is vandaag, op mijn 67ste, nog altijd zo. Waarom schrijf ik dit, beste lezer? Omdat het deel uitmaakt van mijn schrijven: therapeutisch, onthullend, de puntjes op de i plaatsen, mezelf blootgeven. Ken je nog de titel van één van mijn eerste gedichtenbundels? Ik, een naaktloper.

Jan, de bibliothecaris, is mijn vriend. "Het is geen gewone,” maar dat wist je al. Ik heb een gedichtje voor hem geschreven, niet in mijn gewone stijl (beelden, metaforen, vergelijkingen), maar zoals hij het liever heeft.

Mijn vriend

Rusteloos zichzelf bekreunende verwarde
en verwarring stichtende bezige bij
mijn vriend chaos creërend orde scheppend
zeven boeken in de hand zeven boeken
aan de rand van zijn tafel hij consumeert
veelvraat onverzadigd onverzadigbaar

wat drijft hem? de levensvragen? indrukwekkend
als hij zich opblaast het uitproest van stil genot
pontificale provocatie met een knipoog
hij weet wat hij niet wil en wat hij niet kan
indien het al mag ambtenaar ambivalente
onruststoker opgejaagd om de eerste te zijn

hij gaat niet op café eet friet met frikadel
hongerstiller kunstobject hij voelt zich beeldend
een wereldverbeteraar rebel without a cause
adviseur voor kunst en vliegwerk in het geweer
voor experiment en tot kunst verheven ambacht
voelt zich als een vis op het droge in de ateliers

de donkere kamers van verwarde geesten
hij spreekt niet hij vertelt een verhaal geen toespraak
veeleer een anekdote hij gooit de kunstenaar
in de arena het volk ziet de waanzin in zijn
ogen de blik van de wijze verwaand gebukt
neergeslagen door massale barbarij.


Ik wens hem een gelukkige verjaardag: 25 jaar bibliothecaris! Hij heeft de Harelbeekse bouwvakker en zijn matrone ontvoogd, hij heeft hun kinderen het avontuur van het lezen leren appreciëren. Dit is héél wat meer dan vele politici ooit zullen kunnen bereiken. Wees hem dankbaar en geef hem af en toe een schouderklopje. Hij zal je zeggen dat het niet hoeft, maar hij meent het niet.

Groetjes en blijf mijn boeken kopen, van lezen alleen kan ik niet leven,

Thierry
P.S. Het boek dat ik prefereer, Jan, om opnieuw te lezen? Eindterm, een "moeilijke" roman die de moeite loont om te herlezen. Omdat hij "ontluistert" en "onthult".
Een foto mail ik jou door.

Geen opmerkingen: