Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

15 maart 2008

Oostduinkerkse brieven - 5

Beste vriend,

Ik kan niet stilzitten, behalve voor mijn pc met dansende vingers en Chinese oogjes. Ja, juist, ik lig ook vaker in mijn zetel naar bewegende beelden op TV te kijken. Mijn voorkeuren? Soaps, zoals Buren, Thuis, De Kinderen van Dewindt, Katarakt, Mac Leods Daughters, E.R., All Saints, House, Sue Thomas, Bad Girls, De Meiden van Dewit… Ordinaire prullaria die mij ontspannen, een beetje hetzelfde effect toen ik naar cowboys en indianen keek: het komt niet op een paar deus ex machina’s min of meer!

Mijn inburgering verloopt vlot: hechte contacten met burgemeester, eerste schepen, met lokale reporters, ambtenaren vrije tijd & cultuur, bibliothecaris, uitbaters van restaurants en tearooms, verkopers van kranten en tijdschriften, … Een aantrekkelijke bezetting van een blije biotoop (vooral wanneer de ééndagstoeristen zijn vertrokken. Met leedvermaak zie ik ze stilstaan in kilometers file op de autosnelwegen naar en van de kust).

Mijn inburgering werkt! Dit jaar wordt mijn 5de roman in de bib alhier voorgesteld en in december wordt het eerste jaarboek van “De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee” op het gemeentehuis gepresenteerd.
Top secret! In 2009 verschijnt een nieuwe gedichtenbundel en een (onwaarschijnlijk belangrijk) essay!

Werk ik aan nieuwe projecten? Zeker! En wanneer het resultaat zal worden bekendgemaakt, zal het gensters slaan en nagels met grote koppen! Op zo’n momenten ben ik dan euforisch en vooral “stout”. Ik verkneukel mij in de afgunst van mijn schijnvrienden en vijanden altegader. Later hierover meer, veel later.

Wat houdt er mij jong, naast schrijven en reizen? De kleinkinderen? Knal juist! Juliette en Madeleine zijn mijn grootste oogappels, de zonnetjes in mijn winter, de sleutels op mijn eeuwigheid. Hoewel zij mijn familienaam niet dragen, hoop ik toch dat ik in hun stamboom zal pronken op een of andere zijtak. Ook Robbe, het zoontje van Bart en Ann, heb ik lief, maar ik zie dit ventje niet zo veel. Ik heb het ook zo gewild, hoor: de moeders (in dit geval mijn ex en Anns moeder) hebben voorrang! De enig juiste houding! Wat vond je trouwens van mijn gedichten aan hen gewijd in mijn recente bundel, Magisch alfabet? Ik krijg veel goede commentaar, ook uit Nederland, en de verkoop verliep buitengewoon vlot. Alleen de bibliotheken lieten het alweer afweten: slechts een tiental.

Mijn strijd voor de debutant en de kleine auteur (geen gevestigde uitgeverij) in ons literair bekrompen wereldje krijgt respons. Laatst was ik in emailcontact met de minister van Cultuur over de herziening van het decreet houdende het FVL.

Onlangs kocht ik een nieuwe pc aan, een laptop Acer met Windows Vista: de Aspire 7520, met een 17”W crystalbrite LCD, en nog veel meer dat jou niet interesseert.
Iedere dag zit ik nog 4 uur aan mijn desk. Druk? Ja, ik werk vast mee aan een paar Nederlandse tijdschriften, aan een vijftal ezines uit Vlaanderen en Nederland, aan websites allerhande. Ik redigeer mijn (bijna eenmans ezine) De Geletterde Mens. Onder andere, onder meer!

En ik denk veel. “Aan wie?” wil je weten. Want je bent een curieuze neus. Aan mijn ouders, moeder vooral met wie ik een blijvend contact heb, aan overleden vrienden (en het zijn er al dozijnen!), aan enkele (politieke) strijdmakkers, aan de jongeren die ik in Harelbeke aan de macht bracht, aan hen die mij nu uitspuwen als het vuil van de straat, aan mijn oud-leerlingen, aan de school, aan jou met wie ik goede momenten heb gedeeld, naast kleine desillusies en grote ergernissen, aan Filip Kets met wie ik onlangs ben gaan eten in boothotel “De Normandie” in Oostduinkerke… Dit wil echter niet zeggen dat mijn laatste levensjaren door hen worden bepaald, het verleden is nooit richtinggevend geweest. Ik overleef met de pen en met de steun van een fantastische vrouw.

De vrouw op wie ik tot over mijn oren verliefd werd halfweg de jaren ’70. En ik was toen niet alleen die haar het hof maakte. Moet ik ze noemen? Neen, het waren collega’s, oud-leerlingen en de klassieke schuinmarcheerders die zich werpen op gescheiden vrouwtjes, weduwen en wezen. G. koos voor mij, omdat zij in mij een soulmate vond en een amant die 100% voor haar koos (ook al had hij drie kleine kindjes). Vooral dat laatste heeft mij toen parten gespeeld, niet de bakken kritiek die ik over mij heen kreeg en ook niet de gratuite adviezen, zoals: “Wipt, mondje dicht!” En omdat ik die weg niet verkoos, werd ik de ban geslagen. Vier jaar lang en toen begaven de forten van Eupen en Malmédy, ik werd opnieuw hun (boezem)vriend, hun voorganger, hun naaste medewerker, hun drinkebroer…
Maar toen mijn opwaardering niet ophield, werden zij opnieuw spinnijdig en koesterden leedvermaak in mijn kleine tegenslagen. “Foert,” zei ik en ik liet hun dat weten. Resultaat: koude oorlog.

In deze koude oorlog heb ik mijn weg gevonden, met de nadruk op “mijn”. Ik geef toe, ik ben een Einzelgänger, een individualist, een nieuwzuchtig persoon, een reiziger, een (onder)zoeker, een moeilijk-te-vangen prooi, een consequente enkeling die onconformistisch denkt en handelt, … neem mij zoals ik ben, jij die dit leest, en ik word jouw beste vriend die zijn talent(en) en (tjes) graag met jou deelt…

Beste vriend, jij zult die uitlatingen opnieuw bestempelen als frustraties. Fout, jong, ik schrijf dit neer met nog weinig spijt en zeker zonder schuldgevoel, ik ben al lang geen Multatuli meer, maar de man die van vrouw, kinderen en kleinkinderen houdt en die zich niet bekommert om hen die klagen of zagen of vergeten te (over)leven. Omdat zij nooit inzicht hebben gehad in hun zielenroerselen, maar de foute goden hebben gediend.

Groetjes,

Thierry

Geen opmerkingen: