De democratie wint veld over de gehele wereld. Paradoxaal kent de democratie een crisis in de democratieën zelf. Op het ogenblik dat ze op haar hoogtepunt staat, is ze onderhevig aan nog nooit gekende interne spanningen. Het is of zich in onze samenlevingen een sluipend gif verspreidt, dat de democratie niet dadelijk doodt, maar de werking van de instellingen ondermijnt. Corporatisme, cliëntelisme, corruptie en het inhoudsloze politieke debat maken dat de mensen zich massaal afkeren van het openbare leven. Wat baat het zich ervoor te interesseren, zo redeneren zij, wanneer men met hun mening toch geen rekening houdt. De mensen hebben immers het gevoel dat eens de verkiezingen voorbij zijn, de politici hen toch maar als onvolwassen beschouwen. Deze tragische frustratie moet worden weggewerkt. De mensen moeten opnieuw greep krijgen op de democratie, de democratische instellingen en de politici die ze bevolken. Dat is de eerste opdracht.
De mensen moeten opnieuw invloed krijgen op wie in het parlement zal zetelen en wie de dienst in de regering zal uitmaken om wat te beslissen. Nu is dit niet het geval.
Hoeft het dan te verwonderen dat zij zich afkeren van dit willekeurige politieke gezag?
Wat een eerste positief signaal zou kunnen zijn, is het afschaffen van de kopstem of ze in elk geval niet gebruiken om aan de eerst gerangschikte kandidaten een zetel toe te wijzen. Alle kandidaten worden op voet van gelijkheid geplaatst. Wie het meeste stemmen haalt, is gekozen.
Ten tweede moeten de mensen opnieuw greep krijgen op de politiek en de politici. Dit betekent dat de mensen de kans krijgen zelf te beslissen over essentiële punten. Vele politici zijn daartegen gekant. Voor hen is zijn de mensen vrije slaven die “bij contract” (lees verkiezingen), een deel van hun individuele vrijheid en hun persoonlijke rechten hebben afgestaan aan het “algemeen belang” (lees de politiek). Voor hen is het niet wenselijk dat de mensen zelf spreken, beslissen of regeren. Zij worden daar niet toe in staat geacht. Alleen zij die gekozen zijn, hebben het politieke leven in handen. Dit is een visie die de mogelijkheden van de mens miskent.
Joris
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten