INHOUD
Marcel Coolsaet overleden
Mijn vriendschap met Marcel - Thierry Deleu
In memoriam - Pier Bossuyt
tekeningen
De Marcel Coolsaet Suite - Thierry Deleu
Een onvoltooide dialoog - Guy van Hoof
Zilvergrijs voor Marcel - Ronny Devos
Bronnen
Marcel Coolsaet overleden
Wevelgem - Marcel Coolsaet (80), echtgenoot van Maria Beun, is vrijdag (22.09.2007) overleden. Zonder twijfel is hij de grootste kunstschilder die Wevelgem ooit kende. Tot ziekte het hem belette, bleef hij tekenen en schilderen.
Marcel Coolsaet werd in Lauwe geboren in 1927. Hij studeerde aan de Stedelijke Academie Kortrijk onder leiding van Caulet en Verwest. Nadien zou hij nog heel wat lessen volgen. Tot voor enkele jaren was hij ingeschreven in de academie van Harelbeke waar hij de cursus naaktschilderen volgde.
De kunstschilder Marcel Coolsaet was van alle markten thuis. "Ik blijf zoeken, ik wil steeds nieuwe stijlen uitproberen," zei hij. Zijn vriend Guy Van Hoof schreef in zijn boek Marcel Coolsaet: "Marcel Coolsaet heeft ooit beweerd dat hij met de kunst heeft geflirt. Daarmee bedoelde hij dat er in zijn oeuvre nogal wat verschillende periodes te onderscheiden zijn en dat maakt een overzicht ervan op het eerste gezicht niet gemakkelijk. Meer dan op ongeduld en wispelturigheid, wijzen deze elkaar opvolgende stijlwisselingen erop dat hij een kunstenaar is die altijd zoekend zijn mogelijkheden aftast, zich een weg baant en evolueert zonder zich veel te storen aan dogma's of voor altijd vastgelegde regels." De ellende in de wereld liet Marcel Coolsaet niet los. De brand in de "Innovation" in Brussel, de moord op Brigitte Dewevre in Noord-Frankrijk, een zwaar verkeersongeval, de vluchtelingen in ex-Joegoslavië, een zelfportret op zijn ziekbed, het zijn maar enkele van de thema's die de schilder vereeuwigde. Heel veel heeft Marcel Coolsaet niet tentoongesteld. Hij was al lang een erkend kunstschilder in Antwerpen voor hij twee grote tentoonstellingen in Wevelgem kreeg. Nooit eerder en nooit nadien lokte een kunsttentoonstelling in Wevelgem zoveel toeschouwers. Marcel Coolsaet wordt zaterdag begraven na een uitvaartplechtigheid om 11uur in de Sint-Hilariuskerk.
Mijn vriendschap met Marcel
Lionel Deflo en ik richtten in 1966 "Kreatief" op (eigenlijk kwam het idee van mij). In die dagen vormden wij in West-Vlaanderen een tandem, zoals Depeuter en Hannelore in de Antwerpse Kempen. Ook Marcel Coolsaet maakte deel uit van de redactie. Deflo-Deleu duurde slechts een paar jaar. We gingen niet uiteen in ruzie, - wel met grote schulden, - maar omdat ik de kans greep om voor de Antwerpse uitgeverij "De Sikkel" een paar taalboeken te schrijven voor jongens en meisjes uit het beroepsonderwijs. Ik nam die opdracht toen zo “plichtsbewust” aan dat ik niet eens heb geprobeerd om toch "Kreatief" te blijven redigeren.
In 1970 redigeerde ik, samen met kunstschilder Marcel Coolsaet, het tijdschrift "Boulevard". Een samenwerking die na tien jaar bruusk eindigde met het ontslag van Coolsaet. In 1981 richtte ik, samen met Guy van Hoof, de uitgeverij "Het Schaap" op. Onder onze redactie verschenen een 25-tal gedichtenbundels, bloemlezingen en monografieën, onder de reeksnaam "Schaap Boeken".
De vele gesprekken over kunst en literatuur met Marcel Coolsaet in de beginjaren ’70 leidden bij de schilder tot het schilderen van “een nieuwe werkelijkheid” (een schilderkunstige zelfstandigheid) en uiteindelijk tot het hyperrealisme (een schilderkunstige duidelijkheid) en bij de dichter tot een verstaanbare nieuw-realistische poëzie, met sloganeske invloeden en inspiratie uit reclameteksten. De gestencilde "Heibel" van Depeuter-Hannelore leek wel een vervolg op de revolutie van de gestencilde tijdschriften uit de beginjaren ‘60. Robin en Frans waren de Robin Hoods van Vlaanderen die opkwamen voor integriteit en het bewaren van “de kroon”. “De kroon” van de stabiliteit, de deugdelijkheid, de authenticiteit. "Kreatief" was echter mooi gedrukt, met kleur. Lionel was voor “orde en netheid”.
De tijd heeft ons gelouterd. We zijn minder sarcastisch, ironisch, bijtend geworden. Dit is echter geen oproep tot een terugkeer naar de censuur, de “geestelijke leiders” die uitmaakten wat gezond was en niet gezond (denk aan onze schooltijd). Neen, een drol met een strikje er rond blijft een drol!
Met "Kreatief" heb ik de jaren ’60 rondgemaakt. En ik kon het niet laten: in 1971 stichtte ik, met Marcel Coolsaet, "Boulevard", dat nooit het niveau zou bereiken van ons voorbeeld. Verdienstelijk, dat wel. "Boulevard" werd het tijdschrift van de “vrijzinnigen”. Ik noemde ze de “humanisten”, want ik ben allergisch voor structuren en instituten (tenzij ze ludiek zijn).
Mijn vriendschap met Marcel kende hoogten en laagten. Ik onthoud echter alleen de eerste. Hij kon sappig vertellen, hij had een bevrijdende wijze om zijn rivalen en critici “onschadelijk” te maken. Hij miste soms “persoonlijke inbreng”, de Muze liet hem dikwijls in de steek, maar zijn métier was quasi volmaakt. De tijd van "Boulevard" (1970-1980) en de uitgeverij “Het Schaap” (1981-1987) was een leuke periode. Ik kon op veel goodwill rekenen en op de steun van schrijvers en beeldende kunstenaars, onder wie Marcel.
Het pakte mij toen ik het nieuws van zijn dood vernam. Via via.
Thierry Deleu
In memoriam
Op 21 september 2007 overleed in zijn woning te Wevelgem onze vriend en medewerker Marcel Coolsaet. Hij was een van de oprichters van Kunstkring "De Geus", de deskundige begeleider van onze modelsessies en hij stond aan de wieg van dit tijdschrift, waarvan hij de naam bedacht en de eerste cover ontwierp. Dat is nu enkele jaren geleden en toen had hij al een vruchtbare kunstenaarsloopbaan achter de rug. Gaarne nodigde hij ons uit in de voormalige winkel van Maria , nu zijn privé-galerie, waar hij ons zijn werken van vroeger liet zien, maar ook - en vooral - recent werk, want tekenen en schilderen was voor hem als ademen.
In zijn monografie vertelt Guy van Hoof dat Marcel Coolsaet ooit beweerd heeft dat hij in zekere zin met de kunst heeft geflirt. Geflirt heeft hij wel degelijk met de verscheidene kunstrichtingen die zich in de loop van zijn lange leven aandienden. Maar zoals Van Hoof verder opmerkt: "Méér dan op ongeduld en wispelturigheid, wijzen deze elkaar opvolgende stijlwisselingen erop dat hij een kunstenaar is die altijd verder zoekend zijn mogelijkheden aftast, zich een weg baant en evolueert zonder zich veel te storen aan dogma’s of voor altijd vastgestelde regels."
Zijn oudste bewaarde werken dateren uit de oorlogsjaren toen hij aan de Kortrijkse Academie lessen volgde, wat toen helemaal niet evident was voor een jongen uit Wevelgem. Het zijn, naast academische stillevens, overtuigende portretten van zijn grootmoeder en andere mensen uit zijn omgeving, traditioneel van opzet. Hier spreekt al zijn warme belangstelling voor de menselijke figuur. Zijn modellen zijn vooral oude mensen, wat waarschijnlijk in de academie aangemoedigd werd, maar wat ook de belangstelling van de kunstenaar aantoont voor kwetsbaarheid en verval, hetgeen in zijn latere werk vaak tot uitdrukking zal komen.
Na zijn leertijd wijdde hij zich hoofdzakelijk aan expressionistische landschappen. Latem was het grote voorbeeld voor vele Vlaamse kunstenaars. De krachtig geborstelde werken uit die tijd doen denken aan Saverijs. In het begin van de jaren ’60 komen ook de mensen in het landschap aan bod: de werkers in het vlasbedrijf die de Wevelgemnaar zo goed kent, ruw geschilderd in donkere kleuren op de wijze van Permeke. Kortom, het ziet ernaar uit dat Marcel Coolsaet een typische schilder van de Leiestreek aan het worden is. "Bij Marcel Coolsaet huldigen we de bestendigheid van de nationale, de volkse expressie," schreef Medard Verleye in 1961 nog in zijn tijdschrift "Europa". Verleye, die hetzelfde jaar nog overleed, was voordrachtgever en schrijver van streekromans.
Tot het midden van de vorige eeuw werd in grote delen van Vlaanderen - en zeker in West-Vlaanderen - van een kunstenaar verwacht dat hij als getuige optrad van eigen volk en eigen streek. Het toen veelgelezen culturele tijdschrift "West-Vlaanderen" geeft blijk van die ingesteldheid. "Europa", ondanks zijn internationale redactie, eveneens. Aan het internationale kunstgebeuren wordt wel enige aandacht besteed, maar dan als iets ver van ons bed, niet Vlaams en nog minder katholiek .
In de zestiger jaren, de roaring sixties , zou daar verandering in komen. Ook in Wevelgem. Marcel Coolsaet houdt het landschap voorlopig voor bekeken en rond 1966 gaat hij als in een vlaag van woede een reeks woeste abstract-expressionistische composities schilderen. Pure action painting. Rond dezelfde tijd richten twee jonge leerkrachten, eveneens uit Wevelgem, het tijdschrift "Kreatief" op. Het zijn Lionel Deflo (de latere uitgever) en Thierry Deleu. Vanaf het eerste nummer gaat hun belangstelling naar het werk van Coolsaet, waarvan zij het vitalisme bewonderen.
De abstract-expressionistische periode duurde evenwel niet veel langer dan een jaar. Rond 1967 inspireren de doodstrijd van zijn grootvader en gebeurtenissen als de ramp in de "Innovation" de kunstenaar tot een aantal werken waarin de menselijke figuur opnieuw centraal staat en waarin het thema dood en verval voor het eerst expliciet aan bod komt. Zijn "Catastrofe" (1967) herinnert aan Picasso’s "Guernica".
In 1970 had in het Casino van Knokke een grote tentoonstelling plaats die onder de noemer "POP Art ,nouveau réalisme, nieuwe figuratie" een indrukwekkend overzicht gaf van de nieuwe kunst uit de jaren ’60. De Amerikaanse en Britse pop-artiesten, Franse nouveau réalistes, mensen als Beuys of Christo, zij waren er allemaal. Ook Belgen als Raveel, Mara, Gentils, Broodthaers of Panamarenko. Een erg uiteenlopende verzameling kunstenaars dus, met als gemeenschappelijk punt dat zij de zichtbare werkelijkheid herontdekken - gedaan met het abstracte - en op een eigen, vaak niet-picturale manier interpreteren. Die visie zal Marcel Coolsaet in de komende jaren beïnvloeden.
Hetzelfde jaar verlaat Deleu de redactie van "Kreatief" en richt samen met Coolsaet een nieuw tijdschrift op: "Boulevard". Het is een samenwerking die tien jaar zal duren. Marcel Coolsaet maakt de covers en illustreert de gedichten van Thierry Deleu. Hij doet dat met een grafische techniek die in die tijd erg populair was: de serigafie of zeefdruk, een techniek die zich uitstekend leent tot het drukken van strakke vormen in egale kleuren. En dat is precies de manier waarop hij nu is gaan werken, ook in zijn schilderijen. Zijn "Wagonverhaal" uit 1970, waarvan zowel een geschilderde als een zeefdrukversie bestaat, is een vijfluik met als centraal paneel het witte silhouet van een wagon en daar rond kleinere panelen die elk een detail van die wagon voorstellen, alles in glad aangebrachte kleurvlakken. Er volgt een hele reeks in dezelfde stijl, waarin hij nauwkeurig uitgebeelde, herkenbare elementen als kabels, katrollen, tandwielen in een abstracte ruimte laat bewegen. Deze werken hebben titels als "Diabolo’s", "Krukas", "Getande beweging", "Rollende beweging in tunnel". Hugo Brutin omschreef ze (in "Boulevard", of wat dacht je.) als volgt: "het creëren van een nieuwe werkelijkheid (…) door middel van basisvormen en grondkleuren,met als continu aanwezig alternatief: het zich integreren in een bijna steeds enkelvoudige beweging. Zij zijn nauw verwant met het werk van Guy Degobert en vooral met dat van Roger Nellens, twee kunstenaars die tot de Belgische hyperrealisten gerekend worden."
Uit stromingen als de pop-art was rond 1970 in Amerika een nieuwe realistische kunst ontstaan, fotorealisme of hyperrealisme genoemd.
De hyperrealisten probeerden een zo nauwkeurig mogelijk objectief beeld van de werkelijkheid en maakten daarbij vaak gebruik van foto’s die zij projecteerden om daarop te tekenen of te schilderen. Het is een werkwijze die in België, met zijn oude realistische traditie, bijzonder in de smaak valt, zowel bij het publiek als bij de kunstenaars. Er zijn, naast bovengenoemde Degobert en Nellens, Marcel Mayer, Antoon de Clerck, Roger Wittevrongel en ook Marcel Coolsaet. Zijn hyperrealistische tekeningen uit het midden van de jaren ’70 behoren tot de merkwaardigste van zijn oeuvre. Het zijn tot het kleinste detail uitgewerkte pentekeningen op groot formaat. De achtergrond is wit gehouden, wat de figuur of het object losmaakt van het anekdotische. Technisch bekeken is dat werk hyperrealisme van het zuiverste water, maar Marcel Coolsaet blijft een warm voelend mens, en dat blijkt ook hier. Het vanitas-motief spreekt uit zijn "Monument Citroën": geen glimmende slee, maar een verhakkeld wrak. Uit de "Rivierboot" straalt een poëtische kracht. Ondanks de technische perfectie van de tekening blijven zijn menselijke figuren hun kwetsbaarheid behouden. Er zijn portretten als de oude "Schaapsherder" of de jonge snaak (portret van Kurt Vandevelde), maar ook de Nieuwpoortse figuren, of hoe een rug kan ontroeren. Een werk als "Man en Kind" roept een oorlogsscène op, en dat is helemaal ver van de in wezen zorgeloze wereld van de hyperrealisten. Dat zal nog meer het geval zijn met de volgende werken.
In 1976 wordt de grensstreek in beroering gebracht door de moord op Brigitte Dewevre in Noord-Frankrijk. Marcel Coolsaet krijgt een gerechtsfoto in handen waarop het naakte lijk van het jonge meisje. Hij maakt er een tekening van waarvoor hij een zachter materiaal gebruikt: kleurpotloden. Met dezelfde techniek volgen nog een aantal tekeningen van dode slachtoffers of veroordeelden. Het "Dubbelportret" uit 1977, opnieuw een pentekening, sluit de periode definitief af: "het omlijste portret van een vrouw in de bloei van haar leven, geplaatst tegen de achtergrond van een oudere gestorven vrouw in reeds gevorderde staat van ontbinding" (Guy van Hoof).
Tegen 1980 heeft Marcel Coolsaet zich bevrijd van de beperkingen die zijn vorige werkwijze hem oplegde. Hij gaat opnieuw losser tekenen en schilderen; zelfportretten, portretten van vrienden, landschappen uit eigen streek en uit Zwitserland, waar hij jaarlijks met vakantie ging. In plaats van te schilderen wat de camera registreerde laat hij in een aantal werken uit 1978-’79 de camera zelf optreden: een monsterlijk apparaat dat een naakt slachtoffer, neergegooid in een soort arena of een naakt lijk in een open graf observeert. Nog verder gaat een reeks werken het midden van de jaren ’80: daar bewegen naakte gestalten zich tegen een achtergrond die haast uitsluitend uit vegen verf bestaat. Al het bijkomstige is weggelaten, ook vaak gezichten, handen , voeten, soms hele ledematen. De stijl van deze werken is duidelijk expressionistisch. Natuurlijk is het de tijd dat schilders als de Duitse Nieuwe Wilden die stijl weer actueel maken, maar het is vooral de stijl waarmee Coolsaet het best zijn demonen weet te bedwingen. Of zoals Van Hoof zijn monografie besluit: "Het is zonder meer duidelijk dat een aantal constanten uit zijn oeuvre in deze laatste schilderijen in feite tot een eenheid werden gevoegd: het belang van de menselijke figuur en de expressiviteit van het menselijk lichaam, de gedachte aan het tijdelijke van het bestaan en het losstaan van de omringende werkelijkheid."
In zekere zin is de cirkel nu rond. Gedaan het "geflirt" met de verscheidene kunstrichtingen. Marcel Coolsaet heeft rond 1980 zijn eigen weg gevonden. Dat wil niet zeggen dat hij zich in door een systeem zal laten beperken. De expressionistische werkwijze laat vele variaties toe en de vele reeksen die hij nog zal creëren hebben elk hun eigen karakter. Er zijn de expressieve koppen in 1991, de carnavaleske figuren en taferelen met veel hard roze rond 1995, de bijna abstracte werken uit 1997. Er zijn de uit het hoofd getekende of geschilderde werken, meestal somber van aard, waarin de kunstenaar uiting geeft aan zijn betrokkenheid bij het menselijke drama, maar ook werken naar de natuur: portretten , landschappen en later ook de virtuoos getekende naakten, die getuigen van een vrediger wereld, waar plaats is voor vriendschap , schoonheid en de goede kanten van het leven.
Op latere leeftijd, wellicht door de vele naaktfiguren in zijn werk, kreeg Marcel Coolsaet de behoefte het tekenen naar levend model weer op te nemen. In 1994 schreef hij zich in bij de Harelbeekse SABV, in de klas van Paul Pattyn. Het is daar dat wij hem leerden kennen. In het begin vonden wij hem vooral iemand met een prachtige kop om te tekenen, maar aan zijn schetsen, die hij altijd rechtstaande maakte, herkenden wij algauw de rasartiest. Onze waardering groeide nog toen wij kennismaakten met zijn andere werk. Marcel werd een vriend en een mentor voor de jongeren onder ons. Eén van die jongeren was Virginie Windels, de eerste voorzitter van onze kunstkring, waar hij vanaf het begin aan meewerkte.
In het allereerste nummer van "Art04" (2005) kwam een reeks tekeningen van zijn hand met als titel "Agonie" . Toen reeds ging zijn gezondheid achteruit. Hij leed eronder dat hij steeds minder aan onze activiteiten kon deelnemen, maar tekenen en schilderen deed hij nog letterlijk dag en nacht.
Toen wij Marcel vorige zomer bezochten wisten wij dat het de laatste keer kon zijn. Toch had de ziekte zijn luciditeit noch zijn creativiteit aangetast. Hij toonde ons recente tekeningen: vreemde, uitgemergelde koppen met afgedekte ogen, krachtig als van tevoren, maar uitgesproken morbide van sfeer. Hoewel wij hem niet hoorden klagen, was het duidelijk het werk van iemand die het einde voelde naderen.
In het besef dat exposeren er niet meer bij zou zijn, liet hij enkele weken voor het einde een aantal werken fotokopiëren. Hij zou die aan zijn vrienden versturen. Hij heeft het zelf niet meer kunnen doen.
En hij had zo gaarne nog een paar jaar geleefd , want er was nog zoveel te doen, nog zoveel te leren.
Pier Bossuyt
De Marcel Coolsaet Suite
1 Waar is de tijd?
Waar is de tijd dat ik jou bezocht
met de regelmaat van een westminster,
- de tijd G. liep ten einde - ik werd
ingewijd in de commercie van het
serieschilderen, wolkje wolkje,
huisje huisje, vijvertje vijvertje,
in die tijd vond je een uitweg
naar ‘het betere werk’, ik kwam
het verzet organiseren
- verzet betekende ontspanning en
ook weerstand afweer - wij werden
broeders bloedbroeders ratés
die zich ledig hielden met words words
en vrijdags cafébezoek - we stichtten
Boulevard het tijdschrift dat zijn tijd
zou schrijven tien jaar lang.
Nadien gingen onze wegen uiteen
ver weg wisten wij van elkaar
wat wij deden koppigheid ook
ambitie heeft ons geschaad.
2 Bacon
Ik zie voor mijn ogen nog altijd
je zelfportret op de rand van het bed
ineengedoken nietig klein uitgespeeld
het leven had plaats gemaakt voor
een zieltogende Bacon je zag
er uit alsof je je binnenste buiten
had gekeerd, gezicht misvormd, ogen,
mond neus nauwelijks herkenbaar, verdraaid,
verwrongen, je was net aan de rug
geopereerd, op de stichtingsakt van
de vzw prijkt je aarzelende
handtekening die ik jou in Leuven
ontfutselde tussen twee pijnvlagen
in. Dat je zo snel herstellen zou
een wonder de kracht van de overlever
die ik altijd in jou heb bewonderd.
3 Het meningsverschil
Toen ineens vond je je onheus
behandeld in de nieuwe redactie
van Boulevard je diende je ontslag in
ik kon verder onder een nieuwe vlag
of tegen een hoge prijs. Die prijs was
mij te hoog niet fair en betwistbaar
je zag Boulevard als commercieel
product en het resultaat van een
zakelijke connectie de maat was
vol het geduld op de wegen uiteen
tot ik, zestig, jou vroeg om samen
mijn verjaardag te vieren. Na het feest
zaten wij apart vriendschap was op
de nieuwe loot onvruchtbaar de
werken schonk ik Henk die zich aan
jou spiegelde de cirkel was rond.
4 Evaluatie
Dankbaar om zoveel dingen die
anderen niet altijd begrijpen
ben jij mijn vriend ook nu je op mij
neerkijkt ik zie je glimlach in de
wolken je tekeningen schilderijen
hangen op in de hemel van mijn
herinneringen je had zoveel
métier en al miste je soms de
afspraak met de Muze en moest je
de mosterd halen bij de groten van
deze aarde je bleef een artiest
ongedurig op zoek naar het ultieme
meesterwerk. Ken je nog het verhaal,
dat je mij zo vaak hebt verteld?
Wie te hard slaat breekt zijn klomp.
Je was sterk in zelfherkenning.
5 Vaarwel
Op slag intriest ondanks, ondanks
onze vriendschap geen happy end had,
ik ging mijn eigen weg, ver weg,
in gedachten dicht bij, gedreven
kon je niet anoniem leven
of als nummer zoveel, je had
de gave om sereen om te gaan
met vreugde en verdriet, je wist dat
vreugde komt en gaat zoals de
golven van de zee, je had de
gave om problemen dood te
relativeren, ging eigengereid
je eigen weg, je koppigheid
heeft je getekend vertekend,
altijd overtuigd van je gelijk
ook al kreeg je de raad om het
anders te doen. Ik heb jou leren
kennen in moeilijke momenten,
altijd was ik welkom, ook als je
het niet eens met mij was. Samen
hebben wij uren, dagen, nachten,
gepraat overleg gepleegd,
Ik moet geen foto nemen, ik
herinner mij nog elk detail.
Thierry Deleu
Een onvoltooide dialoog
Waarom moeten mensen sterven,
waarom zijn ze sterfelijk?
Ik weet het antwoord niet en evenmin
Of in een na-bestaan aan de rechtvaardigen
wordt recht gedaan.
Kijk eens naar dat zelfportret: een man
die voor zijn leven vocht en wegen zocht
geen menselijk verdriet dat hem niet raakte
of beroerde, oorlog en geweld die tot niets leiden
wat had hem zo gekwetst
zo achterdochtig soms gemaakt
welk deel van zijn gedachten
hield hij gesloten voor de beste vriend?
Ik erf de vragen, deel met hem de twijfels
kende hem wanneer de deur van zijn gemoed
bleef openstaan terwijl hij kleuren mengde
en met woorden overgoot, hij was te somber
om het leed van deze wereld aan te kunnen.
Kijk hoe hij in mijn ziel keek en me tekende
zoals alleen ik maar mezelf kon kennen,
gekwetst als hij, struikelend en tastend
of varend met een bijna onherkenbaar schip
op de scherpe randen van ontembaar water:
dat is de mens, zei hij
dat zijn wij, zei hij
zie de mensen nu bereikt mijn woord hem niet meer
zo blijven we vroeg of laat alleen
verlangend naar de warmte van een ondergaande zon
op open plekken tussen de dichtbegroeide groene
bomen, daar spreek ik met hem af
en hoor opnieuw de echo van een onvoltooide dialoog.
Guy van Hoof
Zilvergrijs voor Marcel
Droom
Weet je nog hoe wij samen een bezoek brachten aan het station?
Hoe wij samen met mijn tekenmap onder de arm pret wisten te maken in de drukke stationshal?
Weet je nog hoe wij geboeid keken naar de op- en afgaande treinen?
Hoe je aandacht werd geleid naar die ene trein,
een zilvergrijs stel met een korte rode dwarsstreep en een oneindige gele lijn?
Een trein zonder uuraankondiging.
Weet je nog hoe wij alle treinen in- en uitrenden en ik je wilde achtervolgen in je zilvergrijze trein?
Hoe plots de deuren van je trein zich sloten,
terwijl ik schreeuwde van op het perron?
Hoe jij naar me lachte,
wuifde en je ging zitten aan het dichtste raam?
Herinnerde je nog hoe de zilvergrijze trein langzaam in beweging kwam?
Hoe ik de conducteur smeekte de trein toch niet te laten vertrekken en
hoe je ook altijd vrienden wist te ontvangen,
aan te moedigen, te steunen?
Weet je als jij voor één keer te laat had moeten komen het precies vandaag die dag was?
Ik herinnerde me hoe de trein op snelheid kwam,
steeds sneller en sneller het station verliet.
Ik herinnerde me, hoe de gele oneindige lijn inging op een regenboog. Vaarwel Marcel,
vaarwel trein… vaarwel.
Ronny Devos
Bronnen
Marcel Coolsaet overleden - "Nieuwsblad" Wevelgem, odw.
Mijn vriendschap met Marcel - Thierry Deleu, geplaatst door "De Geletterde Mens" (onder de titel: "22 september 2007, Marcel Coolsaet")
Het overige gepubliceerde materiaal maakt deel uit van het "In memoriam" - Pier Bossuyt in "Art04", driemaandelijks tijdschrift nr. 12 december 2007, uitgave van Kunstkring "De Geus", Harelbeke. Een belangrijk deel van deze tekst is gebaseerd op Guy van Hoofs monografie Marcel Coolsaet ("De Graal", Dendermonde, 1985).
De Marcel Coolsaet Suite - Thierry Deleu
Een onvoltooide dialoog - Guy van Hoof
Zilvergrijs voor Marcel - Ronny Devos
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten