Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

4 december 2007

"Eindterm" (2002) - debuutroman Thierry Deleu - hoofdstuk 2

2

Op 23 september 1992, om halfelf 's morgens, wordt De Spin vrijgelaten. Hij is de hele nacht ondervraagd.

Dezelfde morgen wordt de villa op Burghgraeveveld verzegeld om te verhinderen dat iemand nog kan rondsnuffelen in het huis. De inboedel wordt geïnventariseerd. Ivo Hennebert is andermaal in de buurt. Hij wordt verzocht een handje te helpen. Peter Deforge werd gisterennacht nog naar het ziekenhuis gebracht, met een zware psychische shock.
Ze betreden de kamer waar alles is gebeurd. Iemand vraagt Hennebert om het raam af te dekken. Hennebert haalt enkele planken, wil het raam vastspijkeren en constateert dat het op een kier staat.
“Dat raam is niet dicht.”
“Doe het dan dicht.”
Hennebert denkt aan de doffe klop die Roos heeft gehoord en vraagt: “Wat doen we met de bloedvlekken?”
Iemand van het parket antwoordt: “Kuis het bloed op, de vaststellingen zijn gisteravond gedaan.”
Bloed op de vloer, bloed aan de sponde van het bed, bloed aan de telefoon, bloed waar Sabine heeft gestaan toen het schot afging.
Hennebert maakt alles schoon met lauw water. Hij bukt zich en ziet een wit stuk textiel onder het bed liggen. Hij gooit het samen met de vod waarmee hij het bloed heeft opgeveegd in het lauwe water, draagt de emmer naar beneden en giet het water weg.

De mensen van het parket zijn weer vertrokken en de zegels zijn gelegd.
Ivo Hennebert vraagt zijin zoon Frank wat hij met de emmer heeft gedaan.
“Wat erin lag, heb ik in een plastic zak gestopt”.
Ivo doet de zak open en zegt: “Het is verdomme de blouse van madame die onder het bed lag!”
Er zit bloed op en sporen van kruit.
Ivo en Frank denken: “Het moet van dichtbij zijn gebeurd.”
's Avonds is er opnieuw bezoek van het parket. Hennebert haalt de blouse boven.
Een rechercheur zegt: “Hoe konden ze dat achterlaten!”
Wapendeskundige Paelinck krijgt de blouse in handen. Hij berekent dat er van op 15 tot 50 centimeter afstand is geschoten. Hij komt tot de conclusie dat van zo’n type revolver geen schot kan afgaan zonder dat eerst de trekker wordt overgehaald. Besluit: ongeval uitgesloten.

Op woensdag 24 september 1992, om zeven uur 's avonds, wordt De Spin naar de gevangenis in Brugge overgebracht.
De zaterdag daarop wordt Sabine du Tertre in Kortrijk begraven. Een burgerlijke plechtigheid, opgeluisterd met haar lievelingsmuziek, de cantaten van Bach: “Du machtst, o Tod”, “Ich reiche dir die Hand” en “In meiner Schosz liegt Ruh”. Sabine wordt bijgezet in het graf van de familie Dardenne, haar voorouders van moederszijde.
Op het rouwprentje staat een gedicht van Hans Andreus dat ze op 15 juni 1988 voor de twaalfde verjaardag van Alexander liet inlijsten:
Wanneer ik morgen doodga, /vertel dan aan de bomen/hoeveel ik van je hield./Vertel het aan de wind, /die in de bomen klimt/of uit de takken valt, /hoeveel ik van je hield.
Boven het gedicht heeft zij eigenhandig, in kalligrafisch goudschrift, “Voor Alexander” geschreven.
Op het kerkhof fluistert iemand: “Waartoe heeft dat jachtige, exuberante leven gediend?”
De aanwezigheid van de vele politieke prominenten, met wie Sabine du Tertre heeft samengewerkt, is voor de familie en de andere aanwezigen een opvallend bewijs van haar bekendheid. Sabine du Tertre, dochter van Michel du Tertre en Georgette Dardenne, weduwe van notaris Louis Vanthuyne, was een BV.

In het oktobernummer van Goedendag, het personeelsblad van de Vlaamse Gemeenschap, en van Klasse, maandblad voor Onderwijs, verschijnt een kort "In Memoriam" onder een kleurenfoto: “Onderwijs heeft in Mevrouw Sabine Vanthuyne-Du Tertre een heel waardevolle collega verloren. Iemand die vanuit haar werkkracht en haar grote bekwaamheid het vertrouwen wist te winnen, niet alleen van haar chefs en medewerkers, maar ook van de onderwijswereld in het algemeen, de netten, de vakbonden, de scholen. Zij leidde met vaste hand en een opvallend professionele fierheid haar afdeling op het departement Onderwijs. Alles wat zij deed, was voor haar belangrijk genoeg om goed gedaan te worden.”

Geen opmerkingen: