LEZINGEN
“Meneer, het schijnt dat gij leest...”
“Al sinds vrij jonge leeftijd eigenlijk, mevrouw.”
“Allez, dat gij voorlezingen geeft... Ik bedoel, uit eigen werk. ‘Kuurziefkes’, staat er hier in ’t boekske van de vrouwenbond.. Zoudt ge dat bij ons in Alvergem ook eens willen komen doen?”
“Waarom niet eigenlijk, mevrouw. Daar zijn we toch voor. En bovendien bestaat er een subsidieregeling. Het hoeft de tegenpartij dus eigenlijk niet eens zoveel te kosten.”
“Doet ge dat ook op een dinsdag? Azoo in de vroege namiddag? Ge moogt gerust uw vrouw meebrengen hoor. Een van onze bestuursleden is ook getrouwd met een patissier. Die is dus eveneens in het meel gedraaid door een zoetbakker! ?”
Een minder gulle dan wellicht.
Alvergem moet wel een suikerzieke gemeente zijn.
“Bedankt voor de uitnodiging, maar de vrouw van een scheefschrijver moet werken, mevrouw... Anders kan hij zich de luxe niet permitteren om de wereld naar zijn hand te zetten. Althans op papier.”
Dat laatste blijft in de telefoonkabels trillen als een bezettoon.
Ik bedenk er ondertussen botweg bij, dat mijn zo vriendelijk meegeïnviteerde aanhangster momenteel waarschijnlijk eerder Gothic Bold staat, en dat ze dus tussen de regels door aan het lijnen is.
“De negentiende januari? ‘t Naaste jaare, natuurlijk,” vraagt de voorzittende vrouw van de zoetbakker me in april.
“Zou dat gepast zijn?”
“Proficiat. U bent er snel bij. Soms bellen ze me voor de week nadien.”
“Da's dus in orde?!”
“Het staat al genoteerd, mevrouw.”
“Ho, mijn bestuur zal content zijn. Ik ga dat ook direct noteren. Hoe is uw naam ook weer?”
Slikken veroorzaakt voorlopig geen kanker en doet niemand blijvende pijn. Bovendien is het niet zeker dat een telefoontoestel dit geluid versterkt.
“Excuseer, voor welk publiek kom ik terecht?”
De vrouw reageert hoorbaar gegeneerd en met een blos in de stem, alsof ik naar de kleur van haar lingerie vraag.
“...Het onze...”
En of het dan misschien alléén pasteibakkerfamilies zijn?
“Nee, nee... er is ook een gepensioneerde loodgieter bij en de meid van de pastoor en de vroegere hoofdonderwijzer. Allez, 't is gemengd hè.”
En of het gemengde publiek misschien al iets gelezen heeft van de uitgenodigde schrijver?
De Bell-lijn met de Far West kraakt.
“Oh, maar ze lezen van alles hoor!”
Het uitroepteken is van een hoog Belgacomgehalte.
“We doen dat al twee jaar... Mensen die in de boekskes staan, laten lezen of klappen. Dinges is hier ook al geweest! Bobbejaan Schoepen… en Herman Breugelmans van televisie.”
Dan weet je het wel!
“Wanneer zei u ook alweer, mevrouw?”
“Dinsdag 19 januari om half twee.”
“O maar nu zie ik het, dan zit ik al in Bachte-Maria-Lierde... En een andere dinsdag past mij ook niet in die periode. Ik moet dan voor een reeks lokale massages naar mijn kinesiste.”
“Oh, maar da's spijtig. En we hadden u zo gaarne gehad. Kent ge niemand anders die ook iets kan komen doen... ?”
Gelukkig heeft die exclusieve Lezing mij toch nog dit cursiefje opgebracht.
Freek Neirynck
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten