Georges de Courmayeur
Iedere poëzieliefhebber heeft een eigen mening, een persoonlijke smaak, voorkeuren. Ik toets ze aan mijn persoonlijke poëzieopvatting.
Karel Van de Woestijne, Jan G. Elburg (N) en Paul Snoek zijn mijn poëziegoden. Op een respectabele afstand komen Leonard Nolens, Willy Spillebeen, Roland Jooris, Luuk Gruwez, Peter Verhelst, Peter Holvoet-Hanssen, Philip Hoorne, Eric Spinoy en Lut de Block.
Dichters die mij als poëzielezer kunnen boeien zijn (alfabetisch): Thierry Deleu, Bernard Dewulf, Patricia Lasoen en Peter Theunynck. Een groot aantal dichters profileren zich onvoldoende. Omdat ze dit ook niet wensen (lees: roem en prestige zijn voor hen niet prioritair) of omdat zij niet (kunnen) publiceren bij gevestigde uitgeverijen. Dit laatste heeft grote nadelen: als dichter kom je niet in bij grote uitgeverijen gepubliceerde bloemlezingen, je krijgt heel wat minder aandacht in de media, je wordt minder gevraagd voor lezingen op scholen of in verenigingen. In één woord: je verwerft geen status.
In “De Geletterde mens” schrijft Thierry Deleu in het “Manifest” hoe hieraan kan worden verholpen. Ik plaats zijn oplossingen op een rijtje: een totaal pakket aan steun van de overheid (aankoop, distributie, subsidiëring). Steun die niet afhankelijk is van uitgevers en andere belangengroepen. Meer aandacht in de pers, op radio en TV. Subsidiëring van tijdschriften en e-magazines die debutanten en “verwaarloosde” dichters publicatiemogelijkheid bieden. Ook het internet moet worden uitgeprobeerd.
Wie kan een invloedrijke rol spelen bij de opwaardering van goede dichters die meer waardering verdienen? Ik denk aan Jeroen Overstijns van “De Standaard”, Marianne De Baere van “De Morgen, Harold Polis, bestuurder van het Vlaams Fonds voor Letteren, Emile Brugman, directeur van uitgeverij Atlas, Lut Raymaekers van uitgeverij Van Halewyck, Jozef Deleu van “Het Liegend Konijn” en Leo Peeraer van uitgeverij P.
Waarom geen steun verlenen aan plannen voor een “Grote Vlaamse Uitgeverij”, naar het model van “De Bezige Bij”? De overheid en het privé zouden geld kunnen stoppen in het initiatief, zodat ook debutanten en aankomende dichters en schrijvers aan hun trekken komen. Op deze wijze zou de broodnodige commercialisering tot een acceptabel minimum kunnen worden herleid. Bijna kreeg Weverbergh in 1986 dit initiatief op poten.
Soms heb ik de indruk dat “je boek uitgeven in Vlaanderen” een vieze onderneming is. Dat de publishing-on-demand uitgeverijen deze leemte willen invullen, heeft deze indruk (dit gevoelen) niet verminderd.
Grote uitgeverijen willen het liefst van hun literaire boeken af. Zeker van hun poëzie, omdat deze maar enkele procenten opbrengt. Pleit ik hier voor een staatsuitgeverij? Ja en neen. Een gemengde uitgevrij (overheid en privé) met naast goedverkopende auteurs ook "een opvang" van nieuwe en aankomende dichters, met aan het hoofd een doorgewinterde directeur, zoals b.v. Marianne De Baere of Geert Joris die nog durven te dromen en zich niet laten beïnvloeden door groot geldgewin.
Bovendien zijn literaire tijdschriften - dé mogelijkheid bij uitstek voor aankomende auteurs die vaak zelf aan het roer staan - aan het uitdoven. Een schrijver/dichter die nu iets interessants te melden heeft, doet dit nu via het internet.
Persoonlijk vind ik dat boekenbeurzen, boekenclubs en leesgroepen opvallend méér aandacht moeten besteden aan de school, de leerlingen en hun ouders. Gedichten lezen en leren appreciëren is een sociale opdracht van de samenleving.
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten