Diep onder et vrieskille smoelwerk der oceanen
Daar vreten de vissen vredig et doorzeken zeewier en de vissen
Daar laaft de hydrocefale onderwatergod der poëzie zich blauw
Aan et vlokkende effluent van de machinerieën van de Overvloed
Hier ter aarde zuigt de papdikke consumptiemens zich all unisono
Een indigestie aan ampullen van halflauwe tevredenheidsbacillen en verveling
En verzint zich een boven- en ondernatuur waar et beter toeven is
En succesvoller tomaten kweken
En hoog in de kleverige epidermis van de wolken
Daar lacht een doorvreten smoggod romig door zijn etherische orgelpijpen
De volmondige Vreugde om et aardse levenspuin de zuchten de efemere kindertraan
Die hier ter aarde nooit behoorlijk werden gevierd
Jan Van Loy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten